Laat de wielen langzaam en voorzichtig ronddraaien om het voertuig los te krijgen als het vastzit in zand, modder, ijs of sneeuw.
De Traction Control moet worden uitgeschakeld met de knop TSC/ ESC. De Traction Control is niet volledig uitgeschakeld, maar wordt alleen ingeschakeld als de manoeuvre schade aan de elektrische aandrijving kan veroorzaken.
Voor informatie over het gebruik van sneeuwkettingen, zie Sneeuwkettingen.
De auto heen en weer bewegen om los te raken
Draai het stuurwiel naar links en rechts om het gebied rond de voorwielen vrij te maken. Schakel achter- en vooruit tussen R (Reverse, Achteruit) en een vooruitversnelling en laat de wielen zo min mogelijk spinnen. De Traction Control voorkomt dat de wielen bij hoge snelheden gaan spinnen.
Wacht met schakelen totdat de wielen niet meer draaien om slijtage aan de elektrische aandrijving te voorkomen. Laat het gaspedaal los tijdens het schakelen en trap het gaspedaal lichtjes in als de elektrische aandrijving in de versnelling staat. Als u de wielen langzaam voor- en achteruit laat ronddraaien, ontstaat een schommelbeweging waarmee het voertuig los kan komen. Als het voertuig na een paar pogingen niet loskomt, moet het wellicht worden losgetrokken. Als het voertuig moet worden losgetrokken, zie Voertuig slepen.
Remmen Het remsysteem bestaat uit twee onafhankelijke remcircuits. Bij een defect remcircuit kan de auto nog wel worden afgeremd met het andere remcircuit. De remmen werken echter alleen effecti ...
Het is erg belangrijk dat u weet hoeveel gewicht het voertuig kan dragen. Dit gewicht wordt het maximum laadvermogen genoemd en omvat het gewicht van alle inzittenden, bagage en accessoires van ex ...
Hyundai i30 Instructieboekje (2016-2024). Automatisch verwarmings- en
ventilatiesysteem
Knop temperatuurregeling
bestuurderszijde
Knop temperatuurregeling
passagierszijde
Toets AUTO (automatische regeling)
Toets OFF
Aanjagertoets
Luchtcirculatietoet
Toets SYNC
To ...
Hyundai i30 Instructieboekje (2016-2024). Herkennen van voertuigen
Sommige voertuigen in uw rijstrook
kunnen niet door de sensor worden
herkend:
Smalle voertuigen, zoals
motorfietsen of fietsen
Voertuigen die naar een zijde
overhellen
Langzaam rijde ...