De wielen van de auto zijn uitgerust met sensoren die de spanning van alle vier de banden in de gaten houden. De bandenspanningscontrole waarschuwt u wanneer de spanning in één of meerdere banden daalt. De bandenspanningscontrole werkt alleen als de betreffende sensoren op alle wielen zijn gemonteerd.
Informatie over bandenspanningenwordtop het voertuiginformatiedisplay getoond. Na enkele minuten gereden te hebben worden de huidige bandenspanningen van alle vier de banden in het [Service]-menu weergegeven op het voertuiginformatiedisplay.
WAARSCHUWING
LET OP
Belangrijke veiligheidsopmerkingen
De bestuurder is er verantwoordelijk voor om de bandenspanning in te stellen op de aanbevolen koude bandenspanning die geschikt is voor de gebruikssituatie (Zie "Banden en wielen" in hoofdstuk "8. Onderhoud en doe-het-zelf". Let er wel op dat de juiste bandenspanning voor de huidige gebruikssituatie eerst ingeleerd moet worden op de bandenspanningscontrole.
Bij aanzienlijk verlies van bandenspanning wordt het punt waarop het waarschuwingsbericht verschijnt afgestemd op de ingeleerde referentiewaarden. Start de bandenspanningscontrole opnieuw nadat u de koude bandenspanning hebt bijgesteld. De huidige bandenspanningen worden opgeslagen als nieuwe referentiewaarden. Hierdoor zal er alleen een waarschuwingsbericht verschijnen als de bandenspanning aanzienlijk daalt.
Debandenspanningscontrolewaarschuwtuniet in geval van onjuist ingestelde bandenspanning.
Het bandenspanningscontrolesysteem kan u niet waarschuwen bij een plotseling verlies aan bandenspanning, bijv. als een band lek geprikt wordt door een vreemd voorwerp. Bij plotseling verlies van bandenspanning moet de auto gestopt worden door voorzichtig te remmen. Vermijd abrupt sturen.
Het bandenspanningscontrolesysteem heeft een geel waarschuwingslampje op het dashboard dat aangeeft dat de bandenspanning is gedaald of dat er een storing is. Afhankelijk van hoe dit waarschuwingslampje knippert of gaat branden wordt als volgt aangegevendat de bandenspanning te laag is of dat er een storing in het bandenspanningscontrolesysteem is:
Naast het waarschuwingslampje wordt ook een bericht gegeven op het voertuiginformatiedisplay.
Volg de informatie uit de berichten op het display (zie "Veiligheidssystemen" in hoofdstuk "2. Instrumenten en bedieningen" Het kan maximaal tien minuten duren voordat een storing in de bandenspanningscontrole wordt gesignaleerd. Een storing wordt aangegeven door het waarschuwingslampje voor bandenspanning.
Deze gaat dan namelijk ongeveer éénminuut knipperen en blijft dan branden. Zodra de storing verholpen is, gaat het waarschuwingslampje voor bandenspanning uit nadat er enkele minuten met de auto is gereden.
De bandenspanningen die worden aangegeven op het voertuiginformatiedisplay kunnen verschillen van de spanningen die u zelf meet bij een tankstation met een drukmeter. De bandenspanningen op het voertuiginformatiedisplay zijn gemeten op zeeniveau. Op grotere hoogtes zullen de bandenspanningen die aangegeven worden door een drukmeter hoger zijn dan de spanningen die het voertuiginformatiedisplay aangeeft. Verlaag in dit geval de bandenspanningen niet.
De werking van het bandenspanningscontrolesysteemkan beïnvloedworden door storing van radiozenders (bijv. koptelefoon, tweewegradio’s) die in of in de buurt van de auto gebruikt worden.
Bandenspanning elektronisch controleren
4. Druk op <OK> om te bevestigen.
Als de auto langer dan 20 minuten geparkeerd heeft gestaan, wordt het bericht [Bandenspanningsind.
verschijnt na enkele minuten rijden] getoond.
Na een inleerperiode detecteert de bandenspanningscontrole automatisch nieuwe wielen of nieuwe sensoren. Zo lang duidelijke toewijzingen van bandenspanningen aan specifieke wielen niet mogelijk is, wordt het bericht Bandensp. contr. actief getoond in plaats van de bandenspanningen. De bandenspanningen worden dan al gecontroleerd.
Wanneer een reservewiel is gemonteerd zal het systeemenkele minuten nog steeds de bandenspanning van het verwijderde wiel tonen. Let er als dit gebeurt op dat de weergegeven waarde voor de positie waar het reservewiel is gemonteerd niet hetzelfde is als de huidige bandenspanning van het reservewiel.
Waarschuwingsberichten bandenspanningscontrolesysteem
Als de bandenspanningscontrole verlies van spanning waarneemt in één of meerdere banden wordt er een waarschuwingsbericht getoond op het voertuiginformatiedisplay en gaat het gele waarschuwingslampje voor de bandenspanningscontrole branden.
Volg de instructies en veiligheidsaanwijzingen in de berichten op het voertuiginformatiedisplay.
Als wielen gerouleerd worden, hebben de getoonde bandenspanningen wellicht even betrekking op de verkeerde posities. Dit wordt gecorrigeerd na enkele minuten gereden te hebben, waarna de bandenspanningen voor de correcte posities getoond worden.
Het bandenspanningscontrolesysteem opnieuw starten
Omte zorgen dat hetbandenspanningscontrolesysteem goed blijft werken, moet het systeem opnieuw gestart worden in de volgende gevallen:
Wanneer hetbandenspanningscontrolesysteem opnieuw start worden alle bestaande waarschuwingsberichten gewist en gaan de waarschuwingslampjes uit. Het controlesysteem gebruikt de huidige bandenspanningen dan als de referentiewaarden voor de controle. In de meeste gevallen detecteert het bandenspanningscontrolesysteem de nieuwe referentiewaarden automatisch nadat u de bandenspanning heeft bijgesteld. U kunt de referentiewaarden echter ook handmatig ingeven zoals hier beschreven. Het bandenspanningscontrolesysteem houdt de banden dan in de gaten op basis van de nieuwe bandenspanningswaarden.
Voer de volgende procedure uit om het bandenspanningscontrolesysteem opnieuw te starten.
OPMERKING Zorg voordatu het systeem opnieuw start dat alle vier de banden op spanning zijn in overeenstemming met de betreffende gebruiksomstandigheden. U vindt de aanbevolen bandenspanningen op de bandenspanningssticker op de portierstijl aan bestuurderszijde.
Op het voertuiginformatiedisplay staan de huidigebandenspanningen voor alle banden of het bericht [Bandenspanningsind. verschijnt na enkele minuten rijden].
Als u daadwerkelijk wilt herstarten:
Het bericht [Bandensp. controle opnieuw gestart] verschijnt op het voertuiginformatiedisplay.
Nadat u enkele minuten hebt gereden, gaat het systeem controleren of de huidige bandenspanningen binnen het aangegeven bereik liggen. De nieuwe bandenspanningen worden dan geaccepteerd als de referentiewaarden en in de gaten gehouden
Als u niet wilt herstarten:
De bandenspanningswaarden die zijn opgeslagen bij de meeste recente herstart worden nu weer bewaakt
Elke band moet maandelijks gecontroleerd worden wanneer de band koud is, enzonodig opgepomptworden tot de spanning aanbevolen door de fabrikant zoals aangegeven op de bandenspanningssticker. (Als ...
Veiligheid en rijcomfort zijn afhankelijk van de wijze waarop de automobilist zich aanpast aan de omstandigheden op de weg. Als bestuurder moetuweten hoeuoptimaal op de gegeven omstandigheden kunt ...
Infiniti Q30 (H15) Instructieboekje (2016-2019). Model met linkse besturing
Richtingaanwijzer, ruitenwisser, ruitensproeier, en schakelaar
grootlicht
Bedieningen op het stuurwiel (linkerzijde)
Contactschakelaar
Bedieningen op het stuurwiel (rechterzijde)
...
Škoda Rapid (NH) Instructieboekje (2012-2019). Bestuurdersruimte
Afb. 28 Voorbeeld van bestuurdersruimte bij wagens met links stuur
Elektrische ruitbediening
Slotgreep
Elektrische buitenspiegelverstelling
Luchtroosters
Parkeerkaarthouder
Bedie ...