Infiniti Q30 (H15) Instructieboekje (2016-2019): Buitenspiegels

WAARSCHUWING

• Blijf met uw handen van de buitenspiegels af terwijl deze in beweging zijn. U kunt anders met uw vingers bekneld raken of de spiegel beschadigen.
• Rijd nooit met de auto terwijl de buitenspiegels ingeklapt zijn. Het zicht naar achteren is dan beperkt en u riskeert zo een ongeval.
• Objecten lijken in de buitenspiegel verder weg dan ze in werkelijkheid zijn (indien aanwezig).
• Afmetingen en afstanden zoals weergegeven in de buitenspiegels komen niet overeen met de werkelijkheid.

Afstellen

De buitenspiegels kunnen alleen elektrisch versteld worden alsdecontactschakelaar in deACCstand of ON-stand staat.

1. Zet de schakelaar in de gewenste stand om de linker 1 of rechter spiegel 2 te selecteren.
2. Verstel de stand van elke spiegel naar wens 3 .

Ontwasemen

U ontwasemt de buitenspiegels door op de achterruitverwarmingschakelaar te drukken.

Inklappen

Handmatige bediening (indien aanwezig): Klap de buitenspiegel in door deze naar de achterzijde van het voertuig te duwen.

Elektrisch bedienbare buitenspiegels (indien aanwezig): De buitenspiegels kunnen alleen elektrisch versteld worden alsdecontactschakelaar in deACCstand of ON-stand staat.

Druk kort op de knop 1 . Beide buitenspiegels klappen dan in of uit.

LET OP Wanneeruvoortdurend de buitenspiegels in-/uitklapt zou de schakelaar buiten werking kunnen raken. Om de schakelwerking te herstellen, drukt u de schakelaar naar de neutrale stand (tussen OPENEN en SLUITEN) voordat u de spiegels gaat afstellen.

PMERKING

• Zorg dat de buitenspiegels altijd helemaal uitgeklapt zijn tijdenshet rijden. Anders zouden ze kunnen trillen.
• Als u harder rijdt dan 47 km/u kunnen de buitenspiegels niet meer ingeklapt worden.

Inklappen — Automatisch inklappen (indien aanwezig)

De buitenspiegels klappen automatischuitwanneer de contactschakelaar op ON gezet wordt of wanneer de portieren worden ontgrendeld. Gebruik de [Spiegel inklappen bij vergrendelen]- optie in het [COMFORT]-menu van het voertuiginformatiedisplay om het moment te selecteren waarop de spiegels automatisch in- en uitgeklapt moeten worden. De automatische inklapfunctie kan ook uitgeschakeld worden. Zie "De [Spiegel inklappen bij vergrendelen]-functie aan-/uitzetten" in hoofdstuk "2. Instrumenten en bedieningen".

Als de [Spiegel inklappen bij vergrendelen]-optie aan staat op het voertuiginformatiedisplay:

• De buitenspiegels worden automatisch ingeklapt zodra u de auto van buiten vergrendelt.
• De buitenspiegels klappen automatisch weer uit zodra u de auto ontgrendelt en vervolgens het bestuurdersportier of voorpassagiersportier opent.

OPMERKING Als de buitenspiegels handmatig zijn ingeklapt, klappen ze niet automatisch weer uit.

Buitenspiegel uit correcte stand gedrukt

Ga als een buitenspiegel uit de correcte stand is gedrukt (naar voren of achteren) als volgt te werk:

• Auto’s zonder elektrische buitenspiegels: zet de buitenspiegel met de hand weer in de correcte stand.
• Auto’s met elektrisch inklapbare buitenspiegels: houd de knop voor het in-/uitklappen van de buitenspiegelsj1 ingedrukt totdat u een klik hoort en de spiegel hoorbaar weer in de correcte stand staat. De spiegelkap zit dan weer op zijn plaats en u kunt de spiegels verstellen zoals normaal.

Parkeerstand van buitenspiegel aan passagierszijde (indien aanwezig)

De parkeerstandfunctie voor de buitenspiegel aan de voorpassagierszijde is alleen beschikbaar als de auto is uitgerust met het Geheugenpakket.

1. Knop voor buitenspiegel aan de linkerkant.
2. Knop voor buitenspiegel aan de rechterkant.
3. Verstelknop.
4. Geheugenknop M.

Parkeerstand instellen en opslaan met behulp van de achteruitversnelling: U kunt de buitenspiegel aan de passagierszijde zodanig instellen dat u het achterwiel aan die kant kunt zien zodra u de auto in de achteruit zet. U kunt deze stand opslaan.

1. Zorg dat de auto stilstaat.
2. Zet de contactschakelaar op ON.
3. Druk op de 2 -knop voor de buitenspiegel aan passagierszijde.
4. Zet de auto in de achteruit. De buitenspiegel aan de passagierszijde gaat in de vooringestelde parkeerstand staan.
5. Gebruikdeverstelknop 3 omdebuitenspiegel te verstellen. U zou dan het achterwiel en de stoeprand moeten zien in de buitenspiegel.

   De parkeerstand is opgeslagen.

OPMERKING Zodraueen andere versnellingselecteert, gaat de buitenspiegel aan de voorpassagierszijde weer in de rijstand staan.

Parkeerstand instellen en opslaan met de geheugenknop: U kunt de buitenspiegel aan de passagierszijde zodanig instellen dat u het achterwiel aan die kant kunt zien zodra u de auto in de achteruit zet. Deze instelling kan opgeslagen worden met de geheugenknop M 4 .

1. Zorg dat de auto stilstaat.
2. Zet de contactschakelaar op ON.
3. Druk op de 2 -knop voor de buitenspiegel aan passagierszijde.
4. Zet de auto in de achteruit. De buitenspiegel aan de passagierszijde gaat in de vooringestelde parkeerstand staan.
5. Gebruikde verstelknop 3 omdebuitenspiegel te verstellen. U zou nu het achterwiel en de stoeprand in de buitenspiegel moeten zien.
6. Druk op de geheugenknop M 4 en binnen drie seconden op een van de pijlen op de verstelknop 3 .De parkeerstand is opgeslagen als de buitenspiegel niet beweegt.
7. Als de spiegel wel beweegt, moeten de stappen herhaald worden.

Een opgeslagen parkeerstand oproepen:

1. Zet de contactschakelaar op ON.
2. Verstel de buitenspiegel aan de voorpassagierszijde met de betreffende knop.
3. Zet de auto in de achteruit. De buitenspiegel aan de passagierszijde gaat in de vooringestelde parkeerstand staan

De buitenspiegel aan de passagierszijde beweegt terug naar de oorspronkelijke stand:

• Zodra u sneller rijdt dan 15 km/u.
• Ongeveer tien seconden nadatudeauto uit de achteruit heeft gehaald.
• Als u op dej1 -knop voor de buitenspiegel aan de bestuurderszijde drukt.