Instructieboekje aandachtig

Infiniti Q30 (H15) Instructieboekje (2016-2019): Het ICC-systeem bedienen

Het ICC-systeem bedienen

Kijk of het LIM-controlelampje 3 uitstaat. Als dit lampje uit staat is het ICC-systeem reeds geselecteerd.

Druk als dit lampje aan staat even op de cruise controlknop 6 . Het LIM-controlelampje gaat dan uit en het ICC-systeem is operationeel.

Voer om de kruissnelheid in te stellen de snelheid op tot de gewenste snelheid en trek de cruise controlhendel snel naar u toe 4 , omhoog 1 of omlaag 5 . Haal uw voet van het gaspedaal. Uw auto blijft op de ingestelde snelheid rijden.

Weergave ingesteld systeem met voorligger
Weergave ingesteld systeem met voorligger

Weergave ingesteld systeem zonder voorligger
Weergave ingesteld systeem zonder voorligger

Werking van het systeem

De bestuurder stelt de gewenste rijsnelheid in afhankelijk van de rijomstandigheden. Het ICCsysteem handhaaft de ingestelde rijsnelheid, gelijk aan de standaard cruise control, zolang op de rijstrook vóór u geen andere auto wordt gesignaleerd. Het ICC-systeem toont gedurende 5 seconden na het bedienen van de cruise controlhendel de ingstelde snelheid.

Voorligger gesignaleerd: Wanneer er een voorligger wordt gesignaleerd in dezelfde rijstrook, vermindert het ICCsysteem de rijsnelheid door het gaspedaal aan te sturen en de remmen te gebruiken en zich zo aan te passen aan de rijsnelheid van de langzamer rijdende voorligger. Vervolgens regelt het systeem de rijsnelheid, gebaseerd op de rijsnelheid van de voorligger om de door de bestuurder gekozen afstand te behouden.

De remlichten van de auto gaan aan wanneer het ICC-systeem remt. Als de rem wordt toegepast kunt u een geluid horen. Dit is geen storing.

Als er een voorligger wordt waargenomen verschijnt het voorliggersymbool 1 op het voertuiginformatiedisplay.

Geen voorligger gesignaleerd: Wanneer de voorligger niet langer wordt waargenomen, voert het ICC-systeem uw rijsnelheid geleidelijk op tot de eerder ingestelde rijsnelheid.

Het ICC-systeem handhaaft vervolgens de ingestelde rijsnelheid.

Wanneer er geen voorligger meer wordt waargenomen, gaat de voorliggerindicator uit 2 .

Als een voorligger verschijnt tijdens acceleratie naar de ingestelde rijsnelheid of terwijl het ICCsysteem in werking is, zal het systeem de volgafstand tot dat voertuig regelen.

Van rijstrook wisselen om een voertuig in te halen: Als u van rijstrook verandert om in te halen, kan het ICC-systeem de inhaalmanoeuvre ondersteunen als:

  • De snelheid hoger is dan 70 km/u
  • Het ICC-systeem de afstand tot een voorligger aanhoudt
  • De betreffende richtingaanwijzer wordt aangezet
  • Het ICC-systeem geen gevaar van botsing waarneemt

Als aan deze voorwaarden wordt voldaan zal de snelheid van de auto opgevoerd worden. Acceleratie wordt onderbroken als het wisselen van rijstrook te lang duurt of als de afstand tussen uw auto en de voorligger te klein wordt.

Werking van het systeem

Om de ingestelde rijsnelheid te wijzigen

Het annuleren van de ingestelde rijsnelheid kan op de volgende manieren:

  • Druk de cruise controlhendel in de richting van de pijl 6 . Let er wel op dat hierdoor de snelheidsbegrenzer wordt geactiveerd.
  • Tik op het rempedaal als de auto rijdt.
  • Drukde cruise controlhendel snel in de richting van de pijl 7 .

Het bericht [ICC UIT] verschijnt 5 seconden op het voertuiginformatiedisplay.

Het verhogen van de ingestelde rijsnelheid kan op de volgende manieren:

  • Trap het gaspedaal in. Trek zodra de auto de gewenste snelheid heeft bereikt de cruise controlhendel snel naar u toe 4 .
  • Trek de cruise controlhendel omhoog 1 voorbij het drukpunt. De ingestelde rijsnelheid wordt nu met ca. 10 km/u (10 MPH) verhoogd.
  • Trek de cruise controlhendel omhoog (1) tot het drukpunt. De ingestelde rijsnelheid wordt nu met ca. 1 km/u (1 MPH) verhoogd.

Het verlagen van de ingestelde rijsnelheid kan op de volgende manieren:

  • Tik met uw voet lichtjes op het rempedaal. Trek zodra de auto de gewenste snelheid heeft bereikt de cruise controlhendel snel naar u toe 4 .
  • Trekde cruise controlhendel omlaag 5 voorbij het drukpunt. De ingestelde rijsnelheid wordt nu met ca. 10 km/u (10 mph) verlaagd.
  • Trek de cruise controlhendel omlaag 5 tot het drukpunt. De ingestelde rijsnelheid wordt nu met ca. 1 km/u (1 MPH) verhoogd.

Trekom de ingestelde snelheid weer aan te houden de cruise controlhendel snel naar u toe 4 .

De auto keert terug naar de laatst ingestelde kruissnelheid wanneer de rijsnelheid hoger is dan 30 km/u (20 MPH).

OPMERKING Als u het gaspedaal niet helemaal loslaat verschijnt het bericht [ICCautom. uitgeschakeld]ophetvoertuiginformatiedisplay. De ingestelde afstand tot een langzamer rijdende voorligger wordt dan niet meer aangehouden. U rijdt nu op de snelheid die u bepaalt met het gaspedaal.

Ukunthet ICC-systeem ookactiveren alsuwauto stilstaat. De laagst mogelijke snelheid die ingesteld kan worden is 30 km/u (19MPH).

Stoppen

WAARSCHUWING Als u de auto verlaat terwijl deze alleen geremd wordt door het ICC-systeem kan het toch wegrollen als:

  • Er een storing is in het systeem of in de stroomtoevoer.
  • Het ICC-systeem uitgeschakeld is met de cruise controlhendel, bijv. door een inzittende of vanbuiten de auto.
  • Er geknoeid is met het elektrische systeem in de motorruimte, de accu of de zekeringen.
  • De accu is losgekoppeld.
  • Het gaspedaal is ingetrapt, bijv. door een inzittende.

Er bestaat een kans op een ongeval. Als u de auto wilt verlaten, zet dan altijd het ICC-systeem uit en beveilig de auto tegen wegrollen.

Raadpleeg voor meer informatie over het uitschakelen van het ICC-systeem "ICC-schakelaar (cruise controlhendel)" eerder in dit hoofdstuk Als het ICC-systeem detecteert dat de voorligger stopt, zal het uw auto afremmen tot stilstand.

Zodra uw auto stilstaat blijft uw auto stilstaan en hoeft u niet het rempedaal in te trappen.

OPMERKING

  • Na korte tijd wordt de auto beveiligd door de elektrische parkeerrem, zodat de bedrijfsrem ontzien wordt.
  • Afhankelijk van de gespecificeerde minimumafstand zal uw auto stil komen te staan op voldoende afstand van de voorligger. De gespecificeerde minimumsnelheid wordt ingesteld met de bediening op cruise controlhendel.

De elektrische parkeerrem beveiligt de auto automatisch als het ICC-systeem aangezet wordt als de auto stilstaat en:

  • Er een systeemstoring is.
  • De stroomtoevoer ontoereikend is.

Bij een storing in de elektrische parkeerrem kan de versnellingsbak ook automatisch in de P-stand (parkeren) geschakeld worden.

Stoppen

Om de ingestelde volgafstand te wijzigen

U kunt op elk gewenst moment de afstand tussen uw auto en de voorligger instellen, afhankelijk van de verkeersomstandigheden.

Draai om de volgafstand te vergroten de knop 3 richting achterkant 2 . Draai om de volgafstand te verkleinen de knop 3 richting voorkant 1 .

U kunt deze afstand op het voertuiginformatiedisplay zien.

De afstand tot de voorligger verandert afhankelijk van de rijsnelheid. Hoe hoger de rijsnelheid, hoe groter de volgafstand.

Waarschuwing bij nadering

Als uw auto een voorligger te dicht nadert doordatdezeabrupt afremt ofomdateen andere auto invoegt, waarschuwt het systeem de bestuurder met een alarmsignaal en het afstandswaarschuwingslampje.

Rem af door het rempedaal in te trappen en zo een veilige volgafstand aan te houden als:

  • Het alarmsignaal klinkt.
  • Het afstandswaarschuwingslampje brandt.

Het waarschuwingssignaal klinkt wellicht niet en het afstandswaarschuwingslampje gaat in sommige gevallen niet branden wanneer de afstand tussen twee voertuigen klein is. Enkele voorbeelden zijn:

  • Wanneer de auto’s met dezelfde rijsnelheid rijden en de afstand tussen de auto’s niet verandert In dit geval zal het afstandswaarschuwingslampje branden.
  • Wanneer de voorligger sneller rijdt en de afstand tussen de auto’s toeneemt
  • Wanneer een voertuig vlak vóór u invoegt
  • Het alarmsignaal klinkt niet en het afstandswaarschuwingslampje gaat niet branden als:
  • Uwauto voertuigen nadertdie geparkeerd staan of langzaam rijden.
  • Het gaspedaal wordt ingetrapt, om de systeemwerking te annuleren.

Bovendien kan de gevoeligheid van de sensor beïnvloed worden door de voertuigbediening (stuurmanoeuvres of veranderen van positie in rijstrook), door de verkeerssituatie of door de toestand van de auto (bijvoorbeeld wanneer er met een beschadigde auto wordt gereden).

Automatische annulering

Een signaal klinkt en het bericht "Intelligent Cruise Control uit" wordt gedurende 5 seconden onder de volgende omstandigheden op het voertuiginformatiedisplay getoond en de regeling wordt automatisch geannuleerd.

  • De auto staat op de elektrische parkeerrem.
  • De ESP grijpt in of de ESP is uitgeschakeld.
  • De schakelhendel staat in de P-stand (parkeren), R-stand (achteruit) of N-stand (vrij).
  • Er wordt aan de cruise controlhendel getrokken om weg te rijden maar het voorpassagiersportier of een van de achterportieren is open.
  • De auto slipt.
  • Parkeerhulp is actief.

    Display en indicators voor het ICC-systeem

    Weergave in snelheidsmeter Als het ICC-systeem aan staat en er geen voorliggers worden gedetecteerd, gaan één of twee segmenten 2 in het bereik voor de ingestelde snelheid branden. Zodrahe ...

    Beperkingen van het ICC-systeem

    WAARSCHUWING Dit systeem dient alleen ter ondersteuning van de bestuurder en is geen voorziening die een botsing kan voorzien of voorkomen. De bestuurder blijft te allen tijde verantwoordelijk ...

    Zie ook:

    Infiniti Q30 (H15) Instructieboekje (2016-2019). Audiosysteem
    AM-radio Symptoom Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossing AM-ontvangst is minder goed ’s nachts. AM-zenders zijn verplicht om hun vermogen ’s nachts te verlagen. Dit is ...

    Hyundai i30 Instructieboekje (2016-2024). Inklappen buitenspiegel
    Handmatig Pak de buitenspiegel bij de behuizing vast en klap deze naar achteren. Elektrisch Links : De spiegel klapt uit. Rechts : De spiegel klapt in. Midden (AUTO) : De spiegels w ...

    Instructieboekje