Centrale vergrendeling en ontgrendeling
Ukuntdeauto starten, vergrendelen en ontgrendelenmet de Intelligent Key. Hiervoor hoeftude sleutel alleen maar bij u te dragen. U kunt de functies van de Intelligent Key combineren met de functies van een conventionele sleutel. Ontgrendel de auto met de Intelligent Key, bijvoorbeeld, en vergrendel met de -knop op de sleutel.
Het bestuurdersportier en het portier waarvan de handgreep wordt gebruikt moeten beide gesloten zijn. De sleutel moet zich buiten de auto bevinden. Als u de auto vergrendelt of ontgrendelt met de Intelligent key moet de afstand tussen de sleutel en de betreffende portierhandgreep niet groter zijn dan 1 meter.
Door middel vaneen controle die regelmatig een radioverbinding tot stand brengt tussen de auto en de sleutel wordt vastgesteld of er zich een werkende sleutel in de auto bevindt. Dit gebeurt bijvoorbeeld:
De auto ontgrendelen: raak de binnenkant van de portierhandgreep aan.
De auto vergrendelen: raakhet sensoroppervlak 1 aan. of 2 .
Zorg dat u de binnenkant van de portierhandgreep niet aanraakt.
Sluitendoor middel vande comfortfunctie: raak het verzonken sensoroppervlak 1 iets langer aan. (Zie "Comfortfunctie voor het sluiten" in hoofdstuk "2. Instrumenten en bedieningen").
De achterklep ontgrendelen: druk op de schakelaar op de achterklep 1 .
Uitschakelen en inschakelen
Als u van plan bent om de auto langere tijd niet te gebruiken, kunt u de Intelligent Key uitschakelen.
De sleutel zal dan zeer weinig stroom verbruiken en de batterij wordt dan dus bespaard.
Voor het inschakelen/uitschakelen hoeft u niet dichtbij de auto te zijn.
Uitschakelen: druk de -knop op de sleutel twee keer snel achter elkaar in. Het batterijcontrolelampje gaat dan twee keer kort branden en de Intelligent Key is uitgeschakeld.
Inschakelen: druk op een willekeurig knop op de sleutel of steek de sleutel in het contactslot.
De Intelligent Key en alle bijbehorende functies zijn weer beschikbaar.
Vergrendelt de auto. Ontgrendelt de auto. Als u de auto niet opent binnen ongeveer 40 seconden nadat u de auto heeft ontgrendeld, vergrendelt de auto zichzelf weer en wordt de antidiefst ...
U kunt de instellingen voor het vergrendelsysteem wijzigen. Dit betekent dat alleen het bestuurdersportier en de brandstofvulklep ontgrendeld worden als deauto wordt ontgrendeld. Dit is handig al ...
Škoda Rapid (NH) Instructieboekje (2012-2019). Zicht
Inleiding voor het onderwerp
ATTENTIE
Aan de zonnekleppen mogen geen voorwerpen worden bevestigd, die het
zicht beperken of bij plotseling remmen of een aanrijding de inzittenden
i ...
Škoda Rapid (NH) Instructieboekje (2012-2019). Sluitkrachtbegrenzing
Bij weerstand door een obstakel wordt het sluiten onderbroken en gaat de ruit
weer enkele centimeters omlaag.
Als het obstakel het sluiten van de ruit gedurende 10 seconden verhindert,
wordt de ...