Instructieboekje aandachtig

Infiniti Q30 (H15) Instructieboekje (2016-2019): Koplampschakelaar

Koplampschakelaar
LED-koplampen

Koplampschakelaar
Halogeen koplampen

  1. Parkeerverlichting links
  2. Parkeerverlichting rechts
  3. Stadslichten, kentekenplaatverlichting en dashboardverlichting
  4. <AUTO> Automatische koplampmodus, geregeld door de lichtsensor
  5. Dimlicht/grootlicht
  6. Mistachterlicht
  7. Mistvoorlampen (indien aanwezig)
  8. Koplamphoogteverstelling (alleen halogeen koplampen)

INFINITI raadt aan de plaatselijke wetgeving te raadplegen over het gebruik van lichten.

Als u een waarschuwingssignaal hoort wanneer u de auto verlaat, kan dat erop wijzen dat de lichten nog aan staan. Zet de lichtschakelaar op <AUTO>.

De buitenverlichting (behalve de stadslichten/ parkeerverlichting) gaat automatisch uit als u:

  • De sleutel uit de contactschakelaar (indien aanwezig) haalt.
  • Het bestuurdersportier opent terwijl de contactschakelaar in de OFF-stand staat.

Automatische koplampmodus

<AUTO> is de voorkeursinstelling voor de lichten.

De lichtinstelling wordt automatische geselecteerd op basis van de intensiteit van het omgevingslicht (behalve: slecht zicht door weeromstandigheden zoals mist, sneeuw of opspattend water):

  • Contactschakelaar in de ACC-stand of ON-stand: de stadslichten worden automatisch aan- of uitgezet afhankelijk van de intensiteit van het omgevingslicht.
  • Terwijl de motor draait: als u de dagrijverlichtingsfunctie heeft aangezet op het voertuiginformatiedisplay worden de stadslichten en dimlichten automatischaan- of uitgezet afhankelijk vande intensiteit van het omgevingslicht.

Automatische koplampmodusaanzetten: zet de lichtschakelaar op <AUTO>.

WAARSCHUWING Als de lichtschakelaar op <AUTO> staat, gaan de dimlichtenmogelijk nietautomatischaan bij mist, sneeuw of andere weersomstandigheden die slecht zicht veroorzaken, zoalsopspattendwater. Erbestaat een kans op een ongeval Zet in dergelijke gevallen de lichtschakelaar op .

De automatische koplampfunctie is alleen een hulpmiddel. De bestuurder is te allen tijde verantwoordelijk voor het selecteren van de juiste verlichting.

De dagrijverlichting zorgt voor een betere zichtbaarheid vanuwauto overdag. In dit gevalwordt de dagrijverlichting aangezet via het voertuiginformatiedisplay (zie "Dagrijverlichting aan-/uitzetten" eerder in dit hoofdstuk).

Als de stadslichten en dimlichten aan staan, gaan het groene -controlelampje (stadslichten) en het -controlelampje (dimlicht) op het dashboard branden.

Dimlichten

Als het contact aan staat en de lichtschakelaar op staat, worden de stadslichten en dimlichten aangezet, ook als de lichtsensor niet waarneemt dat het daar donker genoeg voor is.

Dit is handig bij mist of regen.

Dimlicht aanzetten:

  • Zet de contactschakelaar in de ON-stand, of start de motor.
  • Zet de lichtschakelaar op . Het groene -controlelampje op het dashboard gaat branden.

Stadslichten

OPMERKING Als de acculading sterk is teruggelopen worden de stadslichten of parkeerverlichting automatisch uitgeschakeld zodat de motor kan starten. Parkeer uw auto altijd veilig en met voldoende verlichting in overeenstemming met de wettelijke normen. Vermijd gedurende enkele uren voortdurend gebruik van de stadslichten . Zet zo mogelijk de parkeerlichtenm rechts of links aan.

Aanzetten: zet de lichtschakelaar op . Het groene -controlelampje op het dashboard gaat branden.

Parkeerverlichting

Als de parkeerverlichting is aangezet, wordt de betreffende kant van de auto verlicht.

De parkeerverlichting aanzetten:

  • De sleutel zit niet in de contactschakelaar of de schakelaar staat in de OFF-stand.
  • Zet de lichtschakelaar op (linkerkant van de auto) of (rechterkant van de auto).

Lichtbreedte van koplamplichtbundel instellen

Lichtbreedte van koplamplichtbundel instellen (halogeen koplampen)

0 De bestuurdersstoel en voorpassagiersstoel zijn bezet.
1 De bestuurdersstoel, de voorpassagiersstoel en de achterbank zijn bezet.
2 De bestuurdersstoel, de voorpassagiersstoel en de achterbank zijn bezet en de bagageruimte is beladen.
3 Alleen de bestuurdersstoel is bezet en de maximaal toegestane belasting op de achteras wordt toegepast. (Behalve 2,2L dieselmodellen, die in deze toestand 2 moeten gebruiken.)

Met de lichtbreedteregeling van de koplampen is het mogelijk om de lichtbundel van de koplampen af te stellen inovereenstemming met de belading van de auto.

  • Start de motor.
  • Draai de lichtbreedteregeling in de stand die overeenkomt met de belading van uw auto.

    Schakelaars koplampen en richtingaanwijzers

    ...

    Gecombineerde schakelaar

    Richtingaanwijzer, rechts Richtingaanwijzer, links Grootlicht Lichtsignaal met koplampen Richtingaanwijzers Kort richting aangeven: drukde gecombineerde schakelaar kort tot het druk ...

    Zie ook:

    Škoda Rapid (NH) Instructieboekje (2012-2019). Routeplan
    Afb. 176 Routeplan: Een routedoel / meerdere routedoelen Tijdens de routegeleiding kan het routeplan (informatie over de actuele route) worden weergegeven. In het hoofdmenu Navigatie de fu ...

    Hyundai i30 Instructieboekje (2016-2024). Mistachterlicht
    Auto met mistlampen voor Inschakelen van het mistachterlicht: Zet de lichtschakelaar (1) in de stand parkeerlichten, draai hem in de stand mistlampen voor en draai hem vervolgens in de stand ...

    Instructieboekje