Instructieboekje aandachtig

Infiniti Q30 (H15) Instructieboekje (2016-2019): Rijden met automatische versnellingsbak

LET OP

  • De stationaire snelheid van de koude motor is hoog, wees dus voorzichtig wanneer u in een vooruit- of achteruitversnelling schakelt wanneer de motor nog niet is opgewarmd. Als het toerental hoger is dan het stationaire toerental en u de versnellingsbak op D of R zet, zou de auto plotseling kunnen optrekken. Er bestaat een kans op een ongeval.
  • Geef geen gas wanneer de auto stilstaat. Hierdoor kan de auto plotseling in beweging komen.

WAARSCHUWING De automatische versnellingsbak schakelt over naar de N-stand (vrij) wanneer u de motor afzet. De auto zou kunnen wegrollen. Er bestaat een kans op een ongeval. Schakel daarom na het afzetten van de motor altijd naar de P-stand (parkeren). Voorkom dat de geparkeerde auto wegrolt door de parkeerrem te activeren.

Voorzorgsmaatregelen bij rijden

  • Schakel nooit naar de P- (parkeren) of R-stand (achteruit) wanneer de auto naar voren rijdt en nooit naar de P- (parkeren) of D-stand (rijden) wanneer de auto naar achteren rijdt. Dit kan een ongelukof schade aan de versnellingsbak veroorzaken.
  • Schakel niet naar de N-stand (vrij) tijdens het rijden, tenzij u zich in een noodsituatie bevindt. Rijdenmet de versnellingsbak in de N-stand (vrij) kan ernstige schade veroorzaken aan de versnellingsbak.
  • Start demotor in de P-stand (parkeren) of N-stand (vrij). De motor kan in geen enkele andere stand gestart worden. Wanneer dit wel mogelijk blijkt, laat u uw auto nakijken door een INFINITI-centrum of een erkend garagebedrijf.
  • Druk het gaspedaal niet in wanneer u van de Pstand (parkeren) of N-stand (vrij) schakelt naar de R-stand(achteruit), D-stand(rijden) ofhandmatige schakelstand. Houd het rempedaal altijd ingedrukt totdat het schakelen voltooid is.
  • Houd het voertuig op een opwaartse helling niet op zijn plaats door het gaspedaal in te trappen.

    Gebruik hiervoor de voetrem om zo de auto stationair te houden en te voorkomen dat de versnellingsbak oververhit raakt.

  • Schakel naar de N-stand (vrij) en activeer de parkeerrem wanneer u langer dan een korte periode stilstaat.
  • Laat de motor stationair draaien wanneer u van de N-stand (vrij) naar een rijstand schakelt.

Houd er rekening mee dat de krachtoverbrenging tussen de motor en de versnellingsbak onderbroken wordt als de motor wordt afgezet.

Voorkomen dat de auto wegrolt:

  • Druk als de motor afgezet is en de auto stilstaat op de P-knop (parkeren).

    en

  • Zet de auto op de elektrische parkeerrem.

LET OP (bij het starten van de auto):

  • TRAP HET REMPEDAAL IN Wanneer u bij draaiende motor de schakelhendel in de R-stand (achteruit), D-stand (rijden), of handmatige schakelstand zet zonder het rempedaal helemaal in te trappen, kan de auto langzaam in beweging komen. Zorg ervoor dat het rempedaal volledig is ingetrapt en het voertuig stilstaat voordatude schakelhendel gebruikt.
  • LET OP DE STAND VAN DE SCHAKELHENDEL Controleer of de schakelhendel in de gewenste stand staat. Gebruik de D-stand (rijden), of een handmatigeschakelstandom naar voren te rijden en de R-stand (achteruit) om naar achteren te rijden. Geef de parkeerrem vrij en haal uw voet van het rempedaal, trap vervolgens het gaspedaal in om het voertuig te starten en voeg de auto in het verkeer (vermijd abrupt starten en slippen van de wielen).
  • Laat de motor niet op een hoog toerental draaien als de auto stilstaat, omdat dit een onverwachte beweging van de auto kan veroorzaken (als de schakelhendel in de R-stand (achteruit), D-stand (rijden), of in de handmatige schakelstand staat), of schade aan de motor (als de schakelhendel in de N-stand (vrij) of P-stand (parkeren) staat).
  • WARMDRAAIEN Vanwege de hogere stationaire snelheden bij koude motor, moet er extra opgelet worden wanneer de schakelhendel in een rijstand wordt geschakeld onmiddellijk na het starten van de motor.
  • HET VOERTUIG PARKEREN Trap het rempedaal in en, zodra de auto tot stilstand is gekomen, druk op de P-knop (parkeren), activeer de parkeerrem en haal uw voet van het rempedaal.

Starten van het voertuig

  1. Trap na het starten van de motor het rempedaal volledig in alvorens de schakelhendel in de R-stand (achteruit), D-stand (rijden) of de handmatige schakelstand te zetten.
  2. Houd het rempedaal ingetrapt en druk de knop op de schakelhendel in om in een rijstand te schakelen.
  3. Geef de parkeerrem vrij en haal uw voet van het rempedaal af, rijd vervolgens langzaam weg door het gaspedaal in te trappen.

De automatische versnellingsbak is zodanig uitgerust dat het rempedaal volledig ingetrapt MOET worden voordat u van de P-stand (parkeren) naar een rijstand schakelt terwijl de contactschakelaar in de ON-stand staat.

Starten van het voertuig

Schakelen

P Parkeerstand met parkeervergrendeling
R Achteruit
N Vrij
D Rijden

Starten van het voertuig

Weergave van de schakelstand:

OPMERKING Als de weergave van de schakelstand op het voertuiginformatiedisplay niet werkt moet u voorzichtig optrekken om te controleren of de gewenste versnelling inderdaad geselecteerd is. U kunt het beste schakelstand D en automatisch rijprogramma E of S selecteren.

De schakelhendelindicator 2 weergegeven op het onderste gedeelte van het voertuiginformatiedisplay toont de huidige stand vande transmissie.

De indicator toont de P-, R-, N- en D-modi wanneer de transmissie in de automatische modus staat of de schakelstand wanneer de transmissie in de handmatige modus staat.

Starten van het voertuig

P (parkeren): Gebruik deze stand bij het parkeren van de auto en bij het starten van de motor. Zorg altijd dat de auto volledig tot stilstand is gekomen voordat u op dej1 -knop drukt om de parkeerstand te selecteren. Voor maximale veiligheid moet het rempedaal ingetrapt worden voordat u de P-stand (parkeren) selecteert. Gebruik deze stand in combinatie met de parkeerrem. Trap wanneeruopeen helling parkeert eerst het rempedaal in, activeer dan de parkeerrem en selecteer vervolgens de P-stand (parkeren). De parkeervergrendeling mag niet als remgebruikt worden tijdens het parkeren. Activeer om de auto veilig te parkeren naast de parkeervergrendeling altijd de elektrische parkeerrem.

Bij een storing in de elektronica van de auto zou de versnellingsbak kunnen vergrendelen in de P-stand (parkeren). Laat de elektronica in de auto direct nakijken door een INFINITI-centrum of erkend garagebedrijf.

De parkeerstand P wordt automatisch geselecteerd als:

  • U de motor afzet met de sleutel en de sleutel verwijdert.
  • Uhet bestuurdersportier opent als de auto stilstaat of op zeer lage snelheid rijdt en de versnellingsbak in de D-stand (rijden) of R-stand (achteruit) staat.

R (achteruit):

LET OP Schakel alleen naar deze stand wanneer de auto volkomen tot stilstand is gekomen.

In deze stand kunt u achteruit rijden.

Wanneer de schakelhendel in de R-stand (achteruit) staat, wordt of de achteruitrijmonitor (indien aanwezig) of de ultrasone parkeersensor (indien aanwezig) geactiveerd. Zie voor meer informatie "Achteruitrijmonitor (indien aanwezig)" in hoofdstuk "4. Display, verwarming en airconditioning, en audiosysteem"of " Around View Monitor (indien aanwezig)" in hoofdstuk "4. Display, verwarming en airconditioning, en audiosysteem" of "Parkeersensorsysteem( indien aanwezig)" verderop in dit hoofdstuk.

.

N (vrij): Schakel deversnelling niet naar de N-stand (vrij) tijdenshet rijden. Anders zouudeautomatische versnellingsbak kunnen beschadigen.

Noch een vooruitversnelling, noch de achteruitversnelling is ingeschakeld. De motor kan in deze stand gestart worden. U kunt schakelen naar de N-stand (vrij) en een afgeslagen motor opnieuw starten terwijl het voertuig in beweging is.

Er wordt dan geen vermogen overgebracht van de motor naar de aangedreven wielen

Als u uw voet van de rem haalt, kan de auto vrij bewegen, d.w.z. aangeduwd of gesleept worden.

Als de elektronische stabiliteitsregeling (ESP) uitgeschakeld of defect is: schakel de versnellingsbak naar de N-stand (vrij) als de auto mogelijk kan gaan slippen, zoals wanneer het ijzelt.

Als u de motor afzet met de versnellingsbak in de R-stand (achteruit) of D-stand (rijden) schakelt de automatische versnellingsbak automatisch naar de N-stand (vrij).

LET OP De auto laten rollen in de N-stand (vrij) kan leiden tot schade aan de versnellingsbak.

D (rijden): Gebruik deze stand voor normaal vooruit rijden.

De automatische versnellingsbak schakelt automatisch.

Alle vooruitversnellingen zijn beschikbaar.

Schakelen

De automatische versnellingsbak schakelt automatisch naar de juiste versnelling als deze in de D-stand (rijden) staat. Er wordt geschakeld op basis van:

  • Het geselecteerde rijprogramma.
  • De stand van het gaspedaal.
  • De snelheid.

Stand van gaspedaal: Uw rijstijl beïnvloedt hoe de automatische versnellingsbak schakelt:

  • weinig gas geven: schakelt eerder naar hogere versnelling
  • meer gas geven: schakelt later naar hogere versnelling

Voertuig in stilstand houden op een opwaartse helling

WAARSCHUWING Als de koppeling oververhit raakt wordt het elektronische beheersysteem automatisch uitgeschakeld. Hierdoor wordt de krachtoverbrenging onderbroken. De auto kan dan bijvoorbeeld achteruit rollen op een helling. Er bestaat een kans op een ongeval. Houd de auto nooit in stilstand op een opwaartse helling door op het gaspedaal te trappen.

De koppeling kan oververhit raken als u de auto op eenopwaartse helling in stilstand houdt door op het gaspedaal te trappen. Als de koppeling oververhit raakt, klinkt er een waarschuwingssignaal en verschijnt het bericht [Voertuig stoppen Schakelstand P kiezen Motor laten draaien] op het voertuiginformatiedisplay. U kunt uwreis dan alleen voortzetten wanneer de koppeling is afgekoeld en het bericht van het voertuiginformatiedisplay is verdwenen.

Houd de auto nooit in stilstand op een opwaartse helling doorophetgaspedaal te trappen.

Houd de auto alleen op zijn plaats op een opwaartse helling door:

  • Het rempedaal in te trappen.
  • De elektrische parkeerrem te activeren.

Kickdown

Gebruik kickdown voor maximale acceleratie:

  • Trap het gaspedaal in voorbij het drukpunt.

    De versnellingsbak schakelt dan over op een lagere versnelling, afhankelijk van het toerental.

  • Laat het gaspedaal langzaam opkomen zodra de gewenste snelheid is bereikt.

    De automatische versnellingsbak schakelt weer naar een hogere versnelling.

Programmaselectieknop

Programmaselectieknop

Met de programmaselectieknop kunt u kiezen tussen rijprogramma’s met verschillende rijkenmerken.

Programmaselectieknop 1 . Het geselecteerde rijprogramma wordt weergegeven op het voertuiginformatiedisplay.

Telkens wanneer de motor gestart wordt, schakelt de automatische versnellingsbak naar rijprogramma E.

E (Economy): comfortabel en zuinig rijden
S (Sport): sportieve rijstijl
M (Manual): handmatig schakelen

Voor meer informatie over het handmatige rijprogramma, zie "Handmatig rijprogramma" verderop in dit hoofdstuk.

Schakelpaddles op het stuurwiel

Schakelpaddles op het stuurwiel

  1. Linker schakelpaddle op het stuurwiel (terugschakelen)
  2. Rechter schakelpaddle op het stuurwiel (opschakelen)

In het rijprogrammaMkunt u zelf schakelen met de schakelpaddle op het stuurwiel.

Als u aan de linker of rechter schakelpaddle op het stuurwiel trekt in automatisch rijprogramma Eof S schakelt de automatische versnellingsbak gedurende korte tijd naar rijprogramma M. Afhankelijkvandeschakelpaddle waaraan getrokken wordt, schakelt de automatische versnellingsbak direct terug of op.

Automatische rijprogramma’s

Rijprogramma E heeft de volgende kenmerken:

  • Op comfort gerichte motorinstellingen.
  • Optimaal brandstofverbruik doordat de automatische versnellingsbak eerder opschakelt.
  • De auto trekt geleidelijker op, zowel vooruit als achteruit, tenzij het gaspedaal helemaal wordt ingetrapt.
  • Verhoogde gevoeligheid. Hierdoor verbetert bijvoorbeeld de rijstabiliteit op gladde wegen.
  • De automatische versnellingsbak schakelt eerder op. Hierdoor rijdt de auto met een lager toerental en zullen de wielen minder snel gaan slippen.

Rijprogramma S heeft de volgende kenmerken:

  • Sportieve motorinstellingen.
  • De automatische versnellingsbakschakelt later op.
  • Doordat er later geschakeld wordt, verbruikt de auto mogelijk meer brandstof.

Handmatig rijprogramma

In het handmatige rijprogramma M kunt u zelf schakelen met de schakelpaddle op het stuurwiel.

Hiervoor moet de versnellingsbak in de Dstand (rijden) staan. De momenteel geselecteerde en actieve versnellingwordt aangegeven op het voertuiginformatiedisplay

Handmatig rijprogrammaMverschilt vande rijprogramma’s E en S wat betreft de spontaniteit, gevoeligheid en geleidelijkheid van het schakelen.

Handmatige versnellingen gebruiken:

3 Om op de motor te remmen
2 Om de remmende werking van de motor te benutten op neerwaartse hellingen en op steile bergweggetjes, in bergachtige omgeving of onder moeilijke omstandigheden.
1 Om de remmende werking van de motor te benutten op zeer steile neerwaartse hellingen en op lange neerwaartse hellingen.

Handmatige versnellingen gebruiken

Het handmatige rijprogramma activeren:

  • Permanent: druk de programmaselectieknop 1 herhaaldelijk in totdatMverschijnt op het voertuiginformatiedisplay.

    Handmatig rijprogramma M blijft nu actief totdat rijprogramma E ofSwordt geselecteerd.

  • Tijdelijk: trek aan de rechter of linker schakelpaddle op het stuurwiel (zie "Schakelpaddles op het stuurwiel" verderop in dit hoofdstuk). Handmatig rijprogramma M is nu tijdelijk actief. Afhankelijk van de schakelpaddle waaraan getrokken wordt, schakelt de automatische versnellingsbak direct terug of op.

Als handmatig rijprogramma M wordt geactiveerddoor middel vandeschakelpaddles op het stuurwiel zal het tijdelijk geactiveerde handmatige rijprogramma M automatisch uitgeschakeld worden na een bepaalde tijd, mits de rijsituatie dat toestaat. De automatische versnellingsbak schakelt dan over op het daarvoor geselecteerde rijprogramma, E of S. Als er op een neerwaartse helling wordt gereden, wordt het tijdelijkgeactiveerde rijprogrammaMalleen uitgeschakeld als het gaspedaal wordt ingetrapt terwijl de auto van de helling af rolt.

Opschakelen: Trek aan de rechter schakelpaddle op het stuurwiel (zie "Schakelpaddles op het stuurwiel" eerder in dit hoofdstuk). De automatische versnellingsbak schakelt op naar de volgende versnelling.

Om schade aan de motor te voorkomen schakelt de automatische versnellingsbak alleen naar een hogere versnelling alshet maximale toerental voor de huidige versnelling is bereikt en u op het gaspedaal trapt.

Opschakelen

Aanbevelingen voor het schakelen: De aanbevelingen voor het schakelen helpen u om zuinig te rijden. De aanbevolen versnelling wordt op het voertuiginformatiedisplay aangegeven.

Schakel naar de aanbevolen versnelling 2 op basisvan de aanbeveling 1 die op hetvoertuiginformatiedisplay verschijnt.

Terugschakelen: Trek aan de linker schakelpaddle op het stuurwiel (zie "Schakelpaddles op het stuurwiel" eerder in dit hoofdstuk). De automatische versnellingsbak schakelt terug naar de vorige versnelling.

Als u vaart mindert zonder terug te schakelen zal de automatische versnellingsbak dat automatisch doen.

Trek voor maximale acceleratie aan de linker schakelpaddle op het stuurwiel totdat de versnellingsbak de optimale versnelling selecteert voor de huidige snelheid.

Als de motor het maximale toerental overschrijdt doordat er terug wordt geschakeld, zal de automatische versnellingsbak de motor beschermen tegen beschadigen en dus niet terugschakelen.

Kickdown: U kunt kickdown ook gebruiken voor maximale acceleratie in het handmatige rijprogramma M

  • Trap het gaspedaal in voorbij het drukpunt. De versnellingsbak schakelt dan naar een lagere versnelling op basis van het toerental.
  • Schakel weer naar een hogere versnelling zodra de gewenste snelheid is bereikt.

Tijdens kickdown kunt u niet schakelen met de schakelpaddles op het stuurwiel.

Als u plankgas geeft schakelt de automatische versnellingsbak naar de volgende hogere versnelling zodrahetmaximale toerental is bereikt.

Zodoende wordt voorkomen dat het motortoerental te hoog wordt.

Tijdelijk geactiveerd handmatig rijprogramma uitschakelen: Trek aan de rechter schakelpaddle op het stuurwiel en houd deze naar u toe getrokken totdat de automatische versnellingsbak naar het meest recentelijk actieve automatische rijprogramma schakelt, d.w.z. E of S.

Zodra het handmatige rijprogramma M uitgeschakeld is, schakelt de automatische versnellingsbak, die dan in automatisch rijprogramma E of S staat, mogelijk van de huidige versnelling naar een hogere of een lagere versnelling. Dit hangt af van de stand van het gaspedaal, de snelheid en de belading.

Problemen met de versnellingsbak:

Probleem Mogelijke oorzaak/gevolgen en oplossingen
De versnellingsbak schakelt moeilijk Er lekt olie uit de versnellingsbak.

Laat de versnellingsbak direct nakijken door een INFINITI-centrum of een erkend garagebedrijf.

De acceleratiecapaciteit wordt minder.

De versnellingsbak schakelt niet meer naar alle versnellingen.

De achteruit kan niet meer geselecteerd worden

De versnellingsbak staat in de noodstand.

  • Stoppen.
  • Schakel naar de P-stand (parkeren).
  • Zet de motor uit.
  • Wacht ten minste tien seconden voordat u de motor opnieuw start.
  • Schakel naar de D-stand (rijden).
  • Laat de versnellingsbak direct nakijken door een INFINITI-centrum of een erkend garagebedrijf.

    Rijden met handgeschakelde versnellingsbak

    LET OP Laat uw voet tijdens het rijden niet op het koppelingspedaal rusten. Dit kan schade aan de koppeling veroorzaken. Laat de auto volledig tot stilstand komen voordat u hem in zijn ...

    Vierwielaandrijving (4WD) (indien aanwezig)

    WAARSCHUWING Rijd volgens de bandenspecificatie, zelfs met de vierwielaandrijving ingeschakeld. Als u plotseling snel accelereert, scherpe stuurmanoeuvres uitvoert of abrupt remt kuntudemach ...

    Zie ook:

    Škoda Rapid (NH) Instructieboekje (2012-2019). Navigatie - Werkingsverloop
    Geldt voor het infotainment Amundsen De routegeleiding wordt als volgt gestart. Een nieuw reisdoel opzoeken/invoeren of een van de opgeslagen reisdoelen selecteren. In de reisdoeldetails ...

    Hyundai i30 Instructieboekje (2016-2024). Vervangen zekering zijpaneel
    1. Zet de auto uit. 2. Zet alle andere schakelaars uit. 3. Open het deksel van de zekeringkast. 4. Raadpleeg het label aan de binnenzijde van het deksel van de zekeringkast om de defec ...

    Instructieboekje