Infiniti Q30 (H15) Instructieboekje (2016-2019): Voorstoelen

WAARSCHUWING Verstel de bestuurdersstoel niet terwijl u rijdt; anders kunt u niet al uw aandacht schenken aan het rijden.

Stoelen handmatig verstellen

Naar voren en naar achteren: Trek de hendel 1 omhoog en houd de hendel vast terwijl u de stoel naar voren of achteren schuift tot u de gewenste stand bereikt heeft. U vergrendelt de stoel in de gewenste stand door de hendel los te laten.

Zittinghoek (indien aanwezig): Stel de hoeken dusdanig in dat uw dijen enigszins worden ondersteund. Draai het handwiel  2 naar voren of achteren.

Hoogteverstelling (indien aanwezig): Trek de verstelhendel 3 herhaaldelijk omhoog of duw deze herhaaldelijk naar beneden om de zitting op de gewenste hoogte te zetten.

Stand van de rugleuning: Druk niet tegen de rugleuning en draai het handwiel 4 naar voren of achteren.

Lendensteun: De lendensteunfunctie ondersteunt het onderste gedeelte van de rug van de bestuurder.

Druk op beide zijden van de verstelknop om de lendensteun in de gewenste stand te verstellen.

1. Om het profiel van de rugleuning te verhogen
2. Om het profiel van de rugleuning zachter te maken
3. Om het profiel van de rugleuning te verlagen
4. Om het profiel van de rugleuning harder te maken

Stoelen elektrisch verstellen

WAARSCHUWING Laat kinderen en hulpbehoevende volwassenen nooit alleen in de auto achter. Laat ook geen huisdieren onbewaakt achter. Zij kunnen per ongeluk schakelaars of bedieningen activeren en zo anderen of zichzelf ernstig letsel toebrengen.

Bedieningswenken:

• De motor voor stoelverstelling heeft een automatische beveiliging tegen overbelasting. Als de motor tijdens de stoelverstelling stopt, wacht dan 30 seconden en gebruik de schakelaar opnieuw.
• Verstel de stoelen niet lange tijd aaneen terwijl de motor is afgezet, om ontladen van de accu te voorkomen.

OPMERKING U kunt de stoelinstellingen opslaan in het geheugen (zie "Geheugenfunctie (indien aanwezig)" in hoofdstuk "2. Instrumenten en bedieningen").

Naar voren en naar achteren: Beweeg de verstelschakelaar 1 naar voren of naar achteren naar de gewenste stand.

De rugleuning verstellen: Beweeg de verstelschakelaar 2 naar voren of naar achteren naar de gewenste stand.

Met de verstelfunctie kan de stand van de rugleuning worden aangepast aan inzittenden van verschillende lichaamsgrootte, zodat de veiligheidsgordel beter past. (Zie "Veiligheidsgordels" verderop in dit hoofdstuk.) U kunt de rugleuning achterover zetten als de auto geparkeerd staat, zodat inzittenden kunnen rusten.

WAARSCHUWING De rugleuning mag niet meer achterover hellen dan nodig is om gemakkelijk te zitten. Veiligheidsgordels bieden de beste bescherming wanneer de passagier tegen de rugleuning leunt en rechtop zit. Door de rugleuning te ver achterover te hellen vergroot u het risico onder de veiligheidsgordel door te glijden, waardoor de kans op verwondingen toeneemt.

Hoogteverstelling (indien aanwezig):

1. Trek of druk de verstelknop j3 omhoog of omlaag totdat dezitting in de gewenste stand is versteld.
2. Kantel de verstelknopj4 omhoog of omlaag totdat de voorste hoek van de zitting in de gewenste stand is versteld.

Lendensteun: De lendensteunfunctie ondersteunt het onderste gedeelte van de rug van de bestuurder.

Druk op beide zijden van de verstelknop om de lendensteun in de gewenste stand te verstellen.

1. Om het profiel van de rugleuning te verhogen
2. Om het profiel van de rugleuning zachter te maken
3. Om het profiel van de rugleuning te verlagen
4. Om het profiel van de rugleuning harder te maken

Stoelverwarming (indien aanwezig)

De voorstoelen kunnen worden verwarmd door middel van ingebouwde stoelverwarming. De schakelaars zitten op het middenconsole (voor voorstoelen) en kunnen onafhankelijk van elkaar bediend worden. Zie voor meer informatie over de stoelverwarming, "Stoelverwarming (indien aanwezig)" in hoofdstuk "2. Instrumenten en bedieningen".