Instructieboekje aandachtig

Opel Ampera Instructieboekje (2011-2016): Bedrijfsmodi elektrisch voertuig

Bediening

Dit is een elektrische auto met een verlengingsmodus actieradius. Deze gebruikt voor het aandrijven van de auto altijd een elektrisch aandrijvingssysteem.

Elektriciteit is de primaire energiebron van de auto en benzine de secundaire bron.

De auto kan in twee bedrijfsmodi werken: Elektrische en verlengingsmodus actieradius In beide modi rijdt de auto via de elektrische aandrijving.

De auto zet elektrische energie om een mechanische energie om de wielen aan te drijven. De prestaties van de auto zijn in beide modi even goed.

Afhankelijk van de geselecteerde bedrijfsmodus verschijnt er voornamelijk een accu of een brandstofmeter op de instrumentengroep.

Accumeter.

Brandstofmeter.

Elektrische modus

In de elektrische modus gebruikt de auto geen brandstof en is er geen emissie. In deze primaire modus rijdt de auto op elektrische energie uit de hoogspanningsaccu. De auto rijdt in deze modus totdat de accu bijna ontladen is.

Onder sommige omstandigheden draait de motor nog steeds als de accu voldoende is opgeladen om in de elektrische modus te kunnen te rijden.

Dit zijn:

  • Lage omgevingstemperaturen.
  • Temperatuur van hoogspanningsaccu hoog of laag.
  • De motorkap is open of niet geheel gesloten en vergrendeld.
  • Bepaalde storingen in de hoogspanningsaccu.
  • Onderhoudsmodus motor of brandstofonderhoudsmodus actief.

Verlengingsmodus actieradius

Als de auto aan het eind van de actieradius is, schakelt deze over op de verlengingsmodus actieradius. In deze secundaire modus wordt de elektriciteit opgewekt door de brandstofmotor.

Door deze secundaire elektrische energiebron neemt de actieradius van de auto toe. De auto blijft in de verlengingsmodus actieradius rijden totdat u de auto weer aansluit op een stopcontact om de hoogspanningsaccu weer op te laden en de elektrische modus weer te hervatten.

De hoogspanningsaccu blijft iets vermogen leveren en samenwerken met de motor voor eventuele vereiste piekprestaties, zoals bij het nemen van een steile helling of bij zeer snel accelereren. De accu wordt niet opgeladen en de elektrische actieradius wordt niet door de motor hersteld.

Bij een storing in de hoogspanningsaccu in de elektrische modus en in de verlengingsmodus actieradius kan de motor draaien zonder af te slaan om de benodigde elektriciteit op te wekken.

De storingsindicatielamp brandt.

Storingsindicatielamp.

Rijmodi

In de elektrische of de verlengingsmodus actieradius zijn nog andere bedrijfsmodi mogelijk.

Rijmodi

Druk steeds op RIJMODUS wanneer de gewenste rijmodus in het Driver Information Center (DIC) wordt gemarkeerd.

Naseconden wordt de nieuwe rijmodus actief.

Bij de volgende start wordt de auto weer in de modus Normaal gezet.

Onder bepaalde omstandigheden zijn sommige rijmodi wellicht niet beschikbaar.

De niet beschikbare modus wordt uitgegrijsd in het DIC-menu en kan niet worden geselecteerd.

In de modus Sport, Berg of Stilhouden kan de modus niet blijken te werken en gaat de auto terug naar Normaal. De controlelamp gaat uit en er verschijnt een DIC-bericht.

Driver Information Centre (DIC).

SPORT-modus

In de Sport-modus accelereert de auto sneller dan in de Normaal-modus, maar rijdt deze wellicht minder efficiënt. Gebruik zoveel mogelijk Normaal.

Controlelamp Sport.

Bergmodus

Selecteer de Berg-modus aan het begin van een rit over steile hellingen of op zeer heuvel- of bergachtig terrein.

In deze modus houdt de hoogspanningsaccu elektrische reservelading achter voor betere prestaties op hellingen.

In de Berg-modus accelereert de auto minder snel. De Berg-modus beïnvloedt de normale remkracht van de auto in steile afdalingen niet.

Als u heuvelachtig terrein verwacht, raden wij u aan om de Berg-modus ten minste 20 minuten vóór het rijden op steile hellingen in te schakelen. Zo kan de auto voldoende accuoplaadreserve opbouwen.

Bij het niet selecteren van de Bergmodus onder deze omstandigheden kan het aandrijfvermogen afnemen en kan het motortoerental hoger worden.

Controlelamp Berg.

Hold-modus

De Stilhouden-modus is alleen beschikbaar als de auto in de elektrische modus staat. In deze modus wordt de resterende acculading voor de bestuurder in een reserve gezet voor gebruik naar wens. In deze modus rijdt de auto in de verlengingsmodus actieradius en blijft de accuoplaadreserve even groot.

In de hold-modus accelereert of remt de auto normaal.

Controlelamp Stilhouden.

Onderhoudsmodi

Onderhoudsmodus motor

In de onderhoudsmodus motor werkt de motor na ong. zes weken zonder of met uiterst weinig motoractiviteit om deze in een goede staat te houden.

In de onderhoudsmodus motor moet de motor gedwongen draaien, zelfs als er voldoende elektrische capaciteit is. Als de onderhoudsmodus motor nodig is, verschijnt het scherm met de betreffende vraag bij het starten van de auto op het Colour-Info- Display.

Onderhoudsmodus motor

Bij de optie Ja begint de onderhoudsmodus van de motor. De motor draait gedurende een bepaalde tijd ononderbroken.

Tijdens de onderhoudsmodus motor verschijnt er een DICbericht ter aanduiding dat het percentage onderhoudsmodus motor voltooid is.

Bij de optie Nee verschijnt het scherm met de vraag om de onderhoudsmodus motor bij de volgende start van de auto. De vraag om de onderhoudsmodus van de motor kan maar één dag worden uitgesteld.

Als de vraag om de onderhoudsmodus motor één dag is uitgesteld, start de motor bij de volgende start automatisch.

Er verschijnt een meldingsscherm onderhoudsmodus motor op het Colour-Info-Display.

Onderhoudsmodus motor

Als de auto tijdens de onderhoudsmodus motor wordt uitgeschakeld, start deze bij de volgende rit van de auto. Er verschijnt een bericht ter aanduiding dat de onderhoudsmodus motor actief is.

Als er om de onderhoudsmodus motor wordt gevraagd en het brandstofpeil laag is, kan de tank in de onderhoudsmodus motor leeg raken. Hierdoor neemt het vermogen af of valt het weg. Houd de brandstof in de auto op peil om deze operationeel te houden.

Onderhoudsmodus motor

Driver Information Centre (DIC).

Brandstofonderhoudsmodus

De brandstofonderhoudsmodus houdt de gemiddelde leeftijd van de brandstof bij. Oude brandstof kan motorproblemen veroorzaken. Als de gemiddelde leeftijd van de brandstof door schaars gebruik van de motor ong. meer dan één jaar wordt, start de motor in de brandstofonderhoudsmodus om de oude brandstof te gebruiken.

De motor draait tot op het punt dat u zodanig bijtankt dat de gemiddelde leeftijd van de brandstof binnen aanvaardbare grenzen komt. Naarmate er in de brandstofonderhoudsmodus meer oude brandstof wordt verbruikt en u meer bijtankt, wordt de periode tot de volgende brandstofonderhoudsmodus langer. Tijdens de brandstofonderhoudsmodus kan de motor aan- en afslaan.

Als de onderhoudsmodus brandstof nodig is, verschijnt er bij het starten van de auto een scherm met de vraag op het Colour-Info-Display.

Onderhoudsmodus motor

Bij de optie Ja begint de brandstofonderhoudsmodus.

De brandstofonderhoudsmodus wordt bij elke keer starten automatisch geactiveerd totdat u bijtankt.

Bij de optie Nee verschijnt het scherm met de vraag om de brandstofonderhoudsmodus bij de volgende start van de auto. De vraag om de brandstofonderhoudsmodus kan maar één dag worden uitgesteld.

Als de vraag om de brandstofonderhoudsmodus één dag is uitgesteld, start deze bij de volgende start van de auto en verschijnt het meldingscherm brandstofonderhoudsmodus op het Colour-Info-Display.

Als er om de brandstofonderhoudsmodus wordt gevraagd en het brandstofpeil laag is, kan de tank in de brandstofonderhoudsmodus leeg raken.

Hierdoor neemt het vermogen af of valt het weg. Houd de brandstof in de auto op peil om deze operationeel te houden.

Onderhoudsmodus motor

Uitlaatgassen

Gevaar Motoruitlaatgassen bevatten het giftige en bovendien kleur- en geurloze koolmonoxide dat bij inademen levensgevaarlijk kan zijn.

Wanneer uitlaatgassen in de passagiersruimte dringen, de ruiten openen. Oorzaak van de storing door een werkplaats laten verhelpen.

Niet met een geopende achterklep rijden, aangezien er dan uitlaatgassen de passagiersruimte binnen kunnen dringen.

    Starten en bediening

    Nieuwe auto inrijden De auto hoeft niet te worden ingereden. Aan/Uit-knop De auto start elektronisch met een drukknop. Het lamp in de toets knippert als het bestuurdersportier open is en het ...

    Elektrische aandrijving

    Bediening De auto gebruikt een elektrische aandrijving. De schakelhendel zit op de console tussen de stoelen. P (parkeerstand): deze stand vergrendelt de voorwielen. Dit is de aanbevolen stan ...

    Zie ook:

    Hyundai i30 Instructieboekje (2016-2024). Kiezen van een kinderzitje (CRS)
    Doe bij het kiezen van een kinderzitje altijd het volgende: Controleer of het kinderzitje is voorzien van een label waarop staat dat het desbetreffende zitje wettelijk goedgekeurd is. E ...

    Škoda Rapid (NH) Instructieboekje (2012-2019). Bestuurdersportier ont-/vergrendelen
    Afb. 251 Handgreep van het bestuurdersportier: Slotafdekking openklappen Het bestuurdersportier kan met de sleutel via de slotcilinder worden noodontgrendeld/ noodvergrendeld. Aan portie ...

    Instructieboekje