Instructieboekje aandachtig

Opel Ampera Instructieboekje (2011-2016): Persoonlijke instellingen

Gebruik de Infotainmentbedieningsorganen voor toegang tot de menu's Persoonlijke instellingen om boordfuncties aan te passen.

De console gebruiken TUNE/MENU:

  • Indrukken voor invoeren, selecteren of activeren van een gemarkeerde menuoptie.
  • Draaien om een menuoptie te markeren.
  • Indrukken om een systeeminstelling in- of uit te schakelen.

BACK:

  • Indrukken om een menu af te sluiten.
  • Indrukken om terug naar een vorig scherm te gaan.

Het aanraakscherm gebruiken

Druk op een schermfunctie om:

  • Meer functieopties te bekijken.
  • De functie in of uit te schakelen.

= Indrukken om omhoog te bladeren.
= Indrukken om omlaag te bladeren.

Terug: Indrukken om terug naar het vorige menu te gaan.

Menu's Personaliseren

Het menu Personaliseren openen:

  1. Druk op Instellingen op de Homepage op het display van het Infotainmentsysteem of op CONFIG op de console.
  2. Selecteer de gewenste functie om een lijst met beschikbare opties weer te geven.
  3. Selecteer de gewenste instelling van de functie.

De volgende lijst met menuopties kan beschikbaar zijn:

Menu's Personaliseren

Functies van het voertuigmenu kunnen onder ander zijn:

  •  Talen (Languages) Selecteer Talen (Languages) en selecteer de gewenste taal.
  •  Tijd en datum Zie beschrijving van Infotainmentsysteem in de handleiding van het Infotainmentsysteem.
  •  Radio-instellingen Zie beschrijving van Infotainmentsysteem in de handleiding van het Infotainmentsysteem.
  •  Telefooninstelling Zie beschrijving van Infotainmentsysteem in de handleiding van het Infotainmentsysteem.
  • Navigatie-instellingen Zie beschrijving van Infotainmentsysteem in de handleiding van het Infotainmentsysteem.
  • Displayinstellingen Zie hieronder.
  •  Voertuig instellingen Zie hieronder.

Displayinstellingen

Druk op Displayinstellingen om eventueel het volgende te zien:

  • Menu Homepage
  • Optie achterruitrijcamerasysteem
  • Display Uit
  • Kaartinstellingen

Menu Homepage

Selecteer dit om eventueel het volgende te zien:

  • Startpagina aanpassen
  • sorteren
  • Stand.wrd. hoofdstartpagina herst.

Startpagina aanpassen

Met deze functie selecteert u welke pictogrammen op het eerste Homepage staan. Selecteer dit en volg de aanwijzingen op het scherm.

Sorteren

Net deze functie kunt u de pictogrammen op het Homepage verplaatsen.

Selecteer dit en volg de aanwijzingen op het scherm.

Stand.wrd. hoofdstartpagina herst.

Met deze functie zet u de Beginpagina terug op de fabrieksinstellingen.

Selecteer dit en volg de aanwijzingen op het scherm.

Optie achterruitrijcamerasysteem

Achteruitkijkcamera.

Display Uit

Indrukken om het display uit te schakelen.

Het display komt terug bij het indrukken van een Infotainmenttoets of het aanraken van het scherm.

Kaartinstellingen

Zie beschrijving van Infotainmentsysteem in de handleiding van het Infotainmentsysteem.

Voertuig instellingen

  • Klimaat en luchtkwaliteit
  • Comfortinstellingen
  • Buitenverlichting
  • Portiervergrendeling
  • Vergr., ontgr., start op afstand
  • Fabrieksinstellingen herstellen

Klimaat en luchtkwaliteit

Selecteer het menu Klimaat en luchtkwaliteit om het volgende weer te geven:

  • Autom. ventilatorsnelheid
  • Autom. stoelverwarming
  • Automatische ontwaseming
  • Stoelverwarm. start op afst.
  • Motoronderst. verwarming aangesl.
  • Motorondersteunde verwarming

Autom. ventilatorsnelheid

Bij Autom. ventilatorsnelheid wordt de automatische ventilatorsnelheid aangepast aan de gewenste interieurtemperatuur.

Kies een aanjagerstand:

Hoog: Hogere snelheid.
Middelhoog: Gematigde snelheid.
Laag: Lagere snelheid.

Autom. stoelverwarming

Na het activeren wordt de toets voor automatisch verwarmde stoelen op het aanraakscherm gemarkeerd.

Deze functie activeert automatisch de functie verwarmde stoelen op basis van de temperatuur van het interieur.

Autom. stoelverwarming kan met de knoppen voor de verwarmde stoelen op het instrumentenbord worden uitgeschakeld.

Stoelverwarm. start op afst.

Na het inschakelen schakelt deze functie de verwarmde stoelen bij het starten op afstand in.

Automatische ontwaseming

Na het activeren en bij een hoge luchtvochtigheid regelt de klimaatregeling de buitenluchtinlaat, de airco of de warmte zodanig dat het systeem ontwasemt. De ventilator gaat wellicht sneller draaien. Als de luchtvochtigheid afneemt, gaat het systeem terug naar de eerdere stand.

Motoronderst. verwarming aangesl.

Selecteer één van de volgende opties:

  • Bij lage buitentemperaturen: voor starten van de motor bij +2 °C of lager
  • Bij zeer lage buitentemperaturen: voor starten van de motor bij -10 °C of lager

Motorondersteunde verwarming

Met deze instelling kan Motorondersteunde verwarming worden in- of uitgeschakeld.

Deze functie activeert of deactiveert Motoronderst. verwarming aangesl.

wanneer de stekker van de auto aangesloten is. Een andere instelling wordt niet eerder actief dan nadat de auto eerst uitgeschakeld is.

Comfortinstellingen

Selecteer het menu Comfortinstellingen en de volgende opties verschijnen:

  • Volume geluidssignaal
  • Volumeknop
  • Pop-up energieoverzicht exit
  • Diefst.alarm oplaadkabel
  • Alarm lage acculading
  • Pers. inst. voor bestuurder

Volume geluidssignaal

Met deze instelling kunt u het volume van het geluidssignaal op normaal of op hoog zetten.

Volumeknop

Zo klinkt er een toon wanneer u via het Infotainmentsysteem een optie selecteert.

Pop-up energieoverzicht exit

Met deze instelling kan Pop-up energieoverzicht exit worden in- of uitgeschakeld.

Diefst.alarm oplaadkabel

Met deze instelling kan Diefst.alarm oplaadkabel worden in- of uitgeschakeld.

Alarm lage acculading

Met deze instelling kan Alarm lage acculading worden in- of uitgeschakeld.

Pers. inst. voor bestuurder

Met deze instelling kan de bestuurder zijn favorieten in de radio opslaan.

Buitenverlichting

Selecteer het verlichtingsmenu en de volgende opties verschijnen:

  • Buitenverlichting bij ontgr.
  • Duur tijdens uitstappen

Buitenverlichting bij ontgr.

Met deze instelling kan de functie worden in- of uitgeschakeld. Na het inschakelen gaan het dimlicht, de stadslichten, achterlichten, kentekenplaatverlichting en de achteruitrijlichten branden als u op de handzender op ( drukt.

Duur tijdens uitstappen

Hier kunt u selecteren hoelang het dimlicht blijft branden als u uit de auto stapt en het buiten donker is.

De beschikbare opties zijn:

  • Uit
  • 30 seconden
  • 1 minuut
  • 2 minuten

Portiervergrendeling

Selecteer Portiervergrendeling en de volgende opties verschijnen:

  • Geen vergr. bij portier open
  • Automatische portierontgr.
  • Vertr. portiervergrendeling

Geen vergr. bij portier open

Na het activeren voorkomt deze instelling dat het bestuurdersportier wordt ontgrendeld totdat de deur wordt gesloten. Na het activeren van deze functie is het menu Vertr. portiervergrendeling niet beschikbaar.

Automatische portierontgr.

Hiermee bepaalt u welke portieren automatisch worden ontgrendeld als u de auto uit P (Parkeerstand) schakelt.

De beschikbare opties zijn:

  • Alle portieren
  • Bestuurdersportier
  • Uit

Vertr. portiervergrendeling

Na het activeren vertraagt deze functie het vergrendelen van de portieren.

Negeer de vertraging door op de schakelaar elektrische portiervergrendeling te drukken.

De beschikbare opties zijn:

  • Aan
  • Uit

Met handzender vergrendelen, ontgrendelen, starten Selecteer Vergr., ontgr., start op afstand en de volgende opties verschijnen:

  • Feedback ontgrendeling op afstand
  • Feedb. vergr. op afstand
  • Portier ontgrendelen op afstand
  • Passieve portierontgr.
  • Passieve portiervergr.
  • Waarsch. afst. bed. in auto

Feedback ontgrendeling op afstand

Na het activeren knippert de rijverlichting bij het ontgrendelen van de auto met de handzender.

Feedb. vergr. op afstand

Hiermee kunt u bepalen welk terugkoppelsignaal er volgt bij het ontgrendelen van de auto met de handzender.

Selecteer verlichting en claxon, alleen verlichting, alleen claxon, of uit.

Portier ontgrendelen op afstand

Hiermee bepaalt u welke portieren worden ontgrendeld bij de eerste keer indrukken van ( op de handzender.

De beschikbare opties zijn:

  • Bestuurdersportier
  • Alle portieren

Als Bestuurdersportier wordt geselecteerd, worden alle portieren ontgrendeld bij de tweede keer indrukken van ( binnen vijf seconden na de eerste keer indrukken.

Passieve portierontgr.

Met deze instelling bepaalt u welke portieren worden ontgrendeld met de knop op de portierkruk buiten.

De beschikbare opties zijn:

  • Alle portieren
  • Bestuurdersportier

Passieve portiervergr.

Met deze instelling kunt u passief vergrendelen in- of uitschakelen en het type gegeven terugkoppelsignaal selecteren.

De beschikbare opties zijn:

  • Claxon bij passieve vergrendeling
  • Aan
  • Uit

Waarsch. afst. bed. in auto

Na het activeren piept de claxon drie keer snel achter elkaar wanneer de handzender in de auto wordt gelaten.

Fabrieksinstellingen herstellen

Met deze instelling worden de persoonlijke instellingen van de auto teruggezet op fabrieksinstellingen.

    Boordinformatie

    Berichten op het Driver Information Centre (DIC) geven de status van de auto aan of een handeling die nodig is om een probleem te verhelpen. Er kunnen meerdere berichten achter elkaar verschijnen. ...

    Verlichting

    ...

    Zie ook:

    Chevrolet Volt Instructieboekje (2011-2019). Traction Control System (TCS)
    Het TCS beperkt het doorslippen van de wielen. Het systeem wordt steeds automatisch ingeschakeld als de auto is gestart. Om de tractiecontrole uit te zetten, drukt u de TCS/ ESC-knop op de da ...

    Infiniti Q30 (H15) Instructieboekje (2016-2019). Superlocksysteem (modellen met rechtse besturing)
    WAARSCHUWING Modellen met superlocksysteem Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht om te voorkomen dat er gevaarlijke situaties ontstaan. Zorg dat het superlocksysteem altijd op een veilige mani ...

    Instructieboekje