Instructieboekje aandachtig

Opel Ampera Instructieboekje (2011-2016): Rijverlichting

Lichtschakelaar

Lichtschakelaar

Draai aan het stelwiel:

AUTO = automatische verlichting: de rijverlichting wordt automatisch in- en uitgeschakeld, afhankelijk van het omgevingslicht.
= activering of deactivering van de automatische verlichting.

Schakelaar keert terug naar AUTO..
= zijmarkeringslichten
= dimlicht

Achterlichten

De achterlichten branden samen met het dimlicht en de zijmarkeringslichten.

Automatische verlichting

Bij het inschakelen van het contact terwijl de motor draait, schakelt het systeem in functie van het omgevingslicht tussen het dagrijlicht en het dimlicht.

Dagrijlicht

Het dagrijlicht maakt de auto overdag beter zichtbaar.

Als het dagrijlicht werkt, worden de achterlichten en de stadslichten uitgeschakeld.

Schakel het dimlicht waar nodig te allen tijde in.

Let op Dek de lichtsensor niet af, om te voorkomen dat de AUTO-modus niet goed werkt.

Automatische verlichting activeren

Bij weinig licht wordt het dimlicht ingeschakeld.

Ook worden na het activeren van de voorruitenwissers het dimlicht, de parkeerlichten en andere rijverlichting ingeschakeld. De overgangstijd voor het gaan branden van de lichten wisselt met de snelheid van de ruitenwissers.

Wanneer de ruitenwissers niet werken, gaat deze verlichting uit. Zet de knop van de rijverlichting op m of om deze functie te deactiveren.

Tunneldetectie

Bij het ingaan van een tunnel wordt het dimlicht ingeschakeld.

Grootlicht

Grootlicht

Om van dimlicht naar grootlicht om te schakelen, duwt u tegen de hendel van de richtingaanwijzers.

Om het dimlicht in te schakelen, duwt u nogmaals tegen de hendel of u trekt eraan.

Lichtsignaal

Trek aan de hendel van de richtingaanwijzers om een lichtsignaal te geven.

Koplampverstelling

Koplampverstelling

U kunt de lichtbundelhoogte aanpassen aan de belading om verblinding te voorkomen: draai het kartelwieltje in de gewenste stand.

0 = zitplaatsen voorin bezet
1 = alle zitplaatsen bezet
2 = alle zitplaatsen bezet en bagage in de bagageruimte
3 = bestuurdersstoel bezet en bagage in de bagageruimte

Alarmknipperlichten

Alarmknipperlichten

Bediening met toets .

De alarmknipperlichten worden automatisch ingeschakeld wanneer de airbags bij een ongeval in werking treden.

Richtingaanwijzers

Richtingaanwijzers

hendel omhoog = rechter richtingaanwijzer
hendel omlaag = linker richtingaanwijzer

Als de hendel voorbij het weerstandspunt wordt geduwd, blijft de richtingaanwijzer ingeschakeld. Bij het terugdraaien van het stuurwiel gaat de richtingaanwijzer automatisch uit.

Om driemaal te knipperen, bijv. om van rijstrook te wisselen, de hendel tot tegen het weerstandspunt duwen en loslaten.

Schakel de richtingaanwijzer handmatig uit door de hendel in de oorspronkelijke stand te zetten.

Controlelamp richtingaanwijzer.

Mistachterlicht

Mistachterlicht

Draai de mistachterlichtband op de hendel naar r en laat deze los om het mistachterlicht in of uit te schakelen.

De band keert terug naar de oorspronkelijke stand.

Elke keer bij het starten van de auto wordt het mistachterlicht automatisch op uit gezet.

Het mistachterlicht werkt alleen als de koplampen en de zijmarkeringslichten aan zijn.

Parkeerlichten

Bij het uitschakelen van het contact kunnen de parkeerlichten aan één kant worden ingeschakeld:

  1. Schakel de auto uit.
  2. Richtingaanwijzerhendel volledig omhoog- (parkeerlichten rechts) of omlaaghalen (parkeerlichten links).

Bevestiging door een geluidssignaal en de bijbehorende controlelamp van de richtingaanwijzer.

De parkeerlichten blijven branden totdat het contact wordt ingeschakeld of totdat de hendel van de richtingaanwijzers weer naar de neutrale stand gaat.

Achteruitrijlichten

Het achteruitrijlicht gaat branden wanneer de ontsteking is ingeschakeld en de auto in de achteruitversnelling staat.

Elektrische aandrijving.

Beslagen lampglazen

De binnenkant van de lampenglazen kan bij koud en vochtig weer, bij hevige regen of na een wasbeurt korte tijd beslaan. De condens verdwijnt na korte tijd vanzelf, om dit te versnellen het dimlicht inschakelen.

    Verlichting

    ...

    Binnenverlichting

    Regelbare instrumentenverlichting Wanneer de rijverlichting aanstaat, kunt u de lichtsterkte van de volgende lampen regelen: Instrumentenpaneeldisplay Infotainmentdisplay Verlichte scha ...

    Zie ook:

    Hyundai i30 Instructieboekje (2016-2024). Kindersloten achterportieren
    Het kinderslot zorgt ervoor dat kinderen die achterin zitten de achterportieren niet per ongeluk kunnen openen. Schakel het kinderslot altijd in als u gaat rijden met kinderen. Het kinders ...

    Škoda Rapid (NH) Instructieboekje (2012-2019). Verwarming en handbediende airconditioning
    Afb. 110 Bedieningselementen van de verwarming/airconditioning Afzonderlijke functies kunnen worden ingesteld resp. ingeschakeld door de draaiknop te draaien of de betreffende toets in te druk ...

    Instructieboekje