Instructieboekje aandachtig

Chevrolet Volt Instructieboekje (2011-2019): Ultrasone parkeerhulp

Indien beschikbaar helpt het ultrasone parkeerhulpsysteem vooraan en achteraan (UFRPA) de bestuurder bij het parkeren en vermijden van voorwerpen. UFRPA werkt bij snelheden van minder dan 8 km/u (5mph). De sensoren op de voor- en achterbumper detecteren voorwerpen tot op 1,2 m (4 ft) aan de voorkant van de auto, tot 2,5 m (8 ft) achter de auto en met een hoogte van minstens 25 cm (10 inch) vanaf de grond.

Hoe werkt het systeem

Wanneer de auto naar R (achteruit) wordt geschakeld, worden de sensoren voor en achter automatisch ingeschakeld. Nadat de auto uit R (achteruit) is geschakeld, worden de sensoren achter uitgeschakeld.

De voorste sensoren blijven ingeschakeld totdat de auto de snelheid van 8 km/u (5 mph) heeft overschreden. U kunt het parkeerhulpsysteem voor opnieuw activeren zonder naar de achterruitversnelling (R) te schakelen door de knop voor de parkeerhulp in de dakconsole in te drukken. Zie "Het systeem aan- en uitzetten", verder in dit hoofdstuk.

UFRPA werkt alleen bij lagere snelheden dan 8 km/u (5 mph).

Wanneer het voertuig in N (neutraal) staat, kan het systeem geactiveerd zijn. Als het voertuig in een carwash is, detecteren de sensors mogelijk voorwerpen in de carwash. Zie "Het systeem aan- en uitzetten", verder in dit hoofdstuk, om het systeem uit te zetten.

Hoge pieptonen uit de luidsprekers vooraan geven voorwerpen aan die in de buurt van de voorbumper zijn gedetecteerd. Lage pieptonen uit de luidsprekers achteraan geven voorwerpen aan die in de buurt van de achterbumper zijn gedetecteerd.

De biepen volgen elkaar sneller op naarmate de afstand tot het obstakel afneemt. Zodra de afstand korter wordt dan 30 cm (12 inch), gaat de onderbroken pieptoon over in een continue pieptoon van vijf seconden.

De voorwerpen moeten zich minstens 25 cm (10 inch) boven de grond en onder het niveau van de achterklep bevinden om gedetecteerd te kunnen worden.

Voorwerpen moeten ook binnen 1,2 m (4 ft) vanaf de voorkant van de auto zijn en binnen 2,5 m (8 ft) vanaf de achterbumper om gedetecteerd te kunnen worden. Deze afstand kan kleiner zijn tijdens warm of vochtig weer.

Voorwerpen zowel gedetecteerd door voor- en achtersensoren

Over het algemeen geldt dat, indien voorwerpen tegelijkertijd nabij de voor- en achterbumpers worden gedetecteerd tijdens achteruitrijden, er alleen pieptonen worden afgegeven voor voorwerpen nabij de achterbumper.

Wanneer een voorwerp echter binnen 0,3 m (1 ft) is vanaf de voorbumper terwijl de auto achteruitrijdt en er tegelijkertijd een ander voorwerp is op meer dan 0,3 m (1 ft) afstand vanaf de achterbumper, worden alleen pieptonen afgegeven voor het voorwerp nabij de voorbumper.

Het systeem aan- en uitzetten

Het UFRPA-systeem kan worden inen uitgeschakeld door op de parkeerhulpknop in de dakconsole te drukken.

De led naast de parkeerhulpknop gaat branden wanneer het systeem aanstaat en gaat uit wanneer het systeem uitgeschakeld is.

Wanneer het systeem uitstaat, wordt de melding PARK ASSIST OFF (parkeerhulp uit) getoond op het Driver Information Center. Het bericht verschijnt na een korte tijd.

UFRPA gaat standaard aan telkens wanneer de motor wordt gestart.

Wanneer het systeem niet goed lijkt te werken

De volgende berichten kunnen worden getoond op het DIC-display: SERVICE PARKING ASSIST (parkeerhulp laten nakijken): Controleer de volgende zaken indien dit bericht verschijnt:

  • De ultrasone sensors zijn vuil.

    Houd de bumpers van de auto vrij van modder, vuil, sneeuw, ijs en smeltende sneeuw. Voor reinigingsinstructies raadpleegt u Verzorging van het exterieur.

  • De parkeerhulpsensors zijn bedekt met rijp of ijs. Rijp of ijs kan zich rond en achter de sensors afzetten en is niet altijd zichtbaar; dit kan zich voordoen nadat u de auto in koud weer hebt gewassen. Het bericht verdwijnt mogelijk niet wanneer de rijp of ijs gesmolten is.

Indien de bovenstaande zaken niet van toepassing zijn, moet u de auto voor reparatie aan de dealer aanbieden.

PARK ASSIST OFF (parkeerhulp uit): Als het UFRPA-systeem door een tijdelijke storing niet activeert, wordt deze melding getoond op het DIC-display. Dit kan in de volgende omstandigheden voorkomen:

  • De bestuurder heeft het systeem uitgeschakeld.
  • Tijdens de laatste rit hing er een voorwerp uit de kofferbak. Zodra het voorwerp verwijderd is, zal UFRPA weer normaal werken.
  • Aan de voorkant van de auto is een voorwerp of afdekking bevestigd.
  • De autobumper is beschadigd.

    Breng de auto naar uw dealer om het systeem te repareren.

  • Andere omstandigheden, zoals trillingen door een drilboor of ontsnappende perslucht uit het remsysteem van zeer grote vrachtwagens, kunnen de werking van het systeem beïnvloeden.

    Forward Collision Alert-systeem (FCA)

    Het Forward Collision Alert-systeem (FCA) kan helpen om schade te voorkomen of te beperken, veroorzaakt door kop-staartbotsingen. FCA geeft een knipperende visueel signaal en een geluidssignaal w ...

    Achteruitrijcamera (RVC)

    Lees dit hoofdstuk helemaal door voordat u de achteruitrijcamera gebruikt. Het RVC-systeem biedt de bestuurder hulp bij het achteruitrijden door een beeld van de zone achter de auto te tonen. WA ...

    Zie ook:

    Infiniti Q30 (H15) Instructieboekje (2016-2019). Bandenspanning
    Wanneer u met een aanhangwagen gaat rijden moet u de banden van de auto oppompen tot de maximaal aangeraden koude bandenspanning (voor volledige belading) aangegeven op de bandensticker. Zorg ervo ...

    Škoda Rapid (NH) Instructieboekje (2012-2019). Laatste reisdoelen
    Lijst met de laatste reisdoelen In het hoofdmenu Navigatie de functietoets → Laatste reisdoelen aantippen. Details van het laatste reisdoel In het hoofdmenu Navigatie de toets ind ...

    Instructieboekje