Het LKAS treedt mogelijk vroegtijdig
in werking, ook al verlaat de auto de
rijstrook niet OF het LKAS
waarschuwt u mogelijk niet als de
auto de rijstrook onder de volgende
omstandigheden verlaat:
De rijstroken voor de auto zijn niet
zichtbaar als gevolg van regen,
sneeuw, water op de weg, een
beschadigd of vuil wegdek, enz.
De helderheid van het
omgevingslicht verandert
plotseling, bijvoorbeeld wanneer u
een tunnel in- of uitrijdt.
De omgeving is niet helder
genoeg, bijvoorbeeld wanneer de
koplampen niet zijn ingeschakeld
in het donker of wanneer de auto
door een tunnel rijdt.
De omgevingstemperatuur van de
binnenspiegel is hoog als gevolg
van direct zonlicht.
De rijstrookmarkering is lastig te
onderscheiden ten opzichte van
het wegdek of de
rijstrookmarkering is vervaagd of
onduidelijk.
U rijdt op een steile helling, over
een heuvel of op een bochtige
weg.
Wanneer licht van een
straatlantaarn of
tegemoetkomende auto op een nat
wegdek of een plas op de weg
wordt gereflecteerd.
De voorruit of de cameralens van
het LKAS wordt geblokkeerd door
vuil e.d.
Het blikveld voor wordt gehinderd
door de schittering van de zon.
De rijstroken zijn incompleet of er
zijn wegwerkzaamheden.
Er zijn meer dan twee
rijstrookmarkeringen op de weg
voor u.
De rijstrookmarkering gaat op in
een andere of splitst zich
(bijvoorbeeld bij een tolpoort).
Het aantal rijstroken neemt toe of
af of de rijstrookmarkeringen lopen
door elkaar heen.
De rijstrookmarkering in een tunnel
is door olie bevuild.
De rijstrookmarkeringen zijn niet
goed zichtbaar vanaf de weg.
Er valt dankzij een middenberm,
bomen, enz. een schaduw over de
rijstrookmarkering.
De rijstrook is te breed of te smal.
Zie vorige bladzijde.
De voorruit is beslagen; een helder
zicht op de weg is niet mogelijk.
Er bevinden zich markeringen op
het wegdek die lijken op een
rijstrookmarkering. Deze worden
onbedoeld door de camera
gesignaleerd.
Er bevindt zich een
rijstrookafbakening, zoals
betonblokken, een geleiderail en
reflectorpaal op de weg, die
onbedoeld door de camera wordt
gesignaleerd.
Er is onvoldoende ruimte tussen u
en uw voorligger om de
rijstrookmarkering te kunnen
signaleren of de voorligger rijdt op
de rijstrookmarkering.
Slechte wegomstandigheden
zorgen voor overmatige trillingen
tijdens het rijden.
De bestuurder kan overschakelen van
het LKAS naar het Lane Departure
Warning-systeem (LDWS) of in de
LKAS-modus wisselen tussen
'Standard LKA' (standaard LKA) en
'Active LKA' (actieve LKA) op het ...
Dit Lane Departure Warning-systeem
signaleert de rijstrook met de sensor
op de voorruit en waarschuwt u
wanneer uw auto de rijstrook verlaat.
WAARSCHUWINGNeem bij het gebruik van het
Lane ...