Uw auto is uitgerust met een aanvullend veiligheidssysteem (SRS) en driepuntsgordels voor de bestuurder en de voorpassagier.
Het aanvullend veiligheidssysteem bestaat uit airbags die zich bevinden in het midden van het stuurwiel, in het onderste gedeelte van het stuurkussen, en in het dashboardpaneel aan passagierszijde, boven het dashboardkastje.
Op de afdekking van de airbags zijn in reliëf de letters "AIR BAG" aangebracht.
Het doel van het aanvullend veiligheidssysteem is om de bestuurder en de voorpassagier extra bescherming te bieden bij een frontale aanrijding van een zekere zwaarte, ter aanvulling op de bescherming die geboden wordt door de veiligheidsgordel.
Om de kans op ernstig letsel door een zich opblazende airbag voor te beperken, moeten de volgende voorzorgsmaatregelen getroffen worden:
ON/OFF-schakelaar voorpassagiersairbag (indien van toepassing) Met deze schakelaar kan de voorpassagiersairbag worden uitgeschakeld zodat op de voorpassagiersstoel een persoon kan worden vervoerd met een vanwege zijn leeftijd, lengte of gezondheidstoestand verhoogd risico op letsel bij het activeren van de airbag.
Uitschakelen van de voorpassagiersairbag: Steek de sleutel of een vergelijkbaar stevig voorwerp in de ON/OFFschakelaar voor de voorpassagiersairbag en zet deze in de stand OFF. Het controlelampje voorpassagiersairbag OFF ( ) zal gaan branden en blijven branden totdat de voorpassagiersairbag weer wordt ingeschakeld.
Weer inschakelen van de voorpassagiersairbag: Steek de sleutel of een vergelijkbaar stevig voorwerp in de ON/OFF-schakelaar voor de voorpassagiersairbag en zet deze in de stand ON. Het controlelampje voorpassagiersairbag ON ( ) zal 60 seconden gaan branden.
Informatie
Het controlelampje voorpassagiersairbag ON/OFF brandt gedurende ongeveer 4 seconden nadat het contact in stand ON is gezet.
Vervoer geen volwassen passagier op de voorpassagiersstoel als het controlelampje voorpassagiersairbag OFF brandt. Tijdens een aanrijding zal de airbag niet worden opgeblazen als het desbetreffende controlelampje brandt. Schakel de voorpassagiersairbag in of laat de passagier plaatsnemen op een achterstoel.
Bij een storing in de ON/OFFschakelaar voorpassagiersairbag kunnen de volgende omstandigheden zich voordoen:
Beide voorstoelen van uw auto zijn uitgerust met een zijairbag. Het doel van de airbag is om de bestuurder en de voorpassagier een aanvullende bescherming te bieden naast de bescherming die w ...
Škoda Rapid (NH) Instructieboekje (2012-2019). Handmatig schakelen en pedalen
Inleiding voor het onderwerp
VOORZICHTIG
Als op een helling wordt gestopt, nooit proberen de
wagen met het gaspedaal
op zijn plaats te houden - gevaar voor schade aan de onderdelen van de
v ...
Škoda Rapid (NH) Instructieboekje (2012-2019). Bestuurdersportier ont-/vergrendelen
Afb. 251 Handgreep van het bestuurdersportier: Slotafdekking
openklappen
Het bestuurdersportier kan met de sleutel via de slotcilinder worden
noodontgrendeld/ noodvergrendeld.
Aan portie ...