Motorolie en oliefilter De motorolie moet worden ververst en het filter moet worden vervangen volgens de intervallen van het onderhoudsschema. Als er onder ongunstige omstandigheden gereden wordt, moet de olie vaker ververst en het filter vaker vervangen worden.
Aandrijfriemen Controleer alle aandrijfriemen op tekenen van sneetjes, scheurtjes, overmatige slijtage of verzadiging met olie en vervang indien nodig.
De spanning van de aandrijfriemen moet periodiek worden gecontroleerd en indien nodig worden afgesteld.
Wanneer u de riem controleert, zet dan het contact in stand LOCK/OFF of ACC.
Brandstoffilter (element) Door een verstopt brandstoffilter kan de snelheid waarmee gereden kan worden afnemen, kan het emissiesysteem beschadigd raken of kan slecht aanslaan veroorzaakt worden. Als zich in de brandstoftank een aanzienlijke hoeveelheid vuil heeft verzameld, dient het filter vervangen te worden.
Laat de dieselmotor na het plaatsen van een nieuw brandstoffilter enkele minuten draaien en controleer de aansluitingen op lekkage. We adviseren u het brandstoffilter te laten vervangen door een officiële HYUNDAI-dealer.
Brandstofleidingen, -slangen en aansluitingen Controleer de brandstofleidingen, -slangen en aansluitingen op lekkage en beschadigingen. We adviseren u de brandstofleidingen, brandstofslangen en aansluitingen te laten vervangen door een officiële HYUNDAI-dealer.
Ontluchtingsslang en tankdop De ontluchtingsslang en de tankdop moeten worden gecontroleerd volgens de intervallen van het onderhoudsschema. Zorg ervoor dat de ontluchtingsslang of tankdop op de juiste manier vervangen wordt.
Vacuüm- en carterventilatieslangen (indien van toepassing) Controleer het oppervlak van de slangen op sporen van oververhitting of mechanische schade. Hard en broos rubber, barstjes, scheurtjes, sneetjes, schaafplekken en overmatig zwellen zijn tekenen van veroudering. Besteed extra aandacht aan de controle van de delen van de slang die zich het dichtst bij warme onderdelen bevinden, zoals het uitlaatspruitstuk.
Controleer de ligging van de slangen om er zeker van te zijn dat de slangen niet in contact komen met warmtebronnen, scherpe randen of bewegende delen, waardoor schade door oververhitting of mechanische slijtage kan ontstaan. Controleer of alle slangaansluitingen, zoals klemmen en koppelingen, goed vastzitten en niet lekken. Vervang slangen onmiddellijk als er sporen van veroudering of beschadigingen gevonden worden.
Luchtfilter We adviseren u het luchtfilter te laten vervangen door een officiële HYUNDAI-dealer.
Bougies (Benzine) Gebruik altijd nieuwe bougies met de juiste warmtegraad.
Neem de bougies niet los wanneer de motor heet is en controleer ze dan ook niet.
Anders kunt u uzelf branden.
Klepspeling (Benzine) Controleer op vreemde bijgeluiden en/of motortrillingen en stel indien nodig af.We adviseren u het systeem te laten onderhouden door een officiële HYUNDAI-dealer.
Koelsysteem Controleer de onderdelen van het koelsysteem, zoals radiateur, koelvloeistofreservoir, slangen en aansluitingen op lekkage en beschadigingen. Vervang beschadigde onderdelen.
Koelvloeistof De koelvloeistof moet worden ververst volgens de intervallen van het onderhoudsschema.
Automatischetransmissievloeistof (indien van toepassing) Onder normale gebruiksomstandigheden hoeft de automatischetransmissievloeistof niet gecontroleerd te worden.
We raden u aan de automatischetransmissievloeistof te laten verversen door een officiële HYUNDAI-dealer overeenkomstig het onderhoudsschema.
Informatie
Automatische-transmissievloeistof is in eerste instantie rood van kleur.
Door het rijden wordt de automatische-transmissievloeistof donkerder.
Dit is normaal en de verkleuring is geen reden om de vloeistof te vervangen.
AANWIJZING
Het gebruik van andere dan de voorgeschreven vloeistof kan storingen en defecten in de transmissie veroorzaken.
Gebruik alleen de voorgeschreven automatische-transmissievloeistof.
(Zie "Aanbevolen smeermiddelen en hoeveelheden" in hoofdstuk 8.)
Versnellingsbakolie (indien van toepassing) Controleer de versnellingsbakolie volgens het onderhoudsschema.
Double clutchtransmissievloeistof (indien van toepassing) Controleer de Double clutchtransmissievloeistof volgens het onderhoudsschema.
Remleidingen en -slangen Controleer visueel op juiste bevestiging, schaafplekken, scheurtjes, veroudering en lekkage.
Vervang verouderde of beschadigde onderdelen direct.
Rem-/Koppelingsvloeistof (indien van toepassing) Controleer het vloeistofniveau in het remvloeistofreservoir. Het vloeistofniveau dient zich tussen de merktekens MIN en MAX aan de zijkant van het reservoir te bevinden.
Gebruik uitsluitend de voorgeschreven hydraulische remvloeistof (DOT3 of DOT4).
Parkeerrem Controleer het parkeerremsysteem inclusief het parkeerrempedaal (of parkeerremhendel) en de kabels.
Schijfremmen, remblokken, remklauwen en remschijven Controleer de remblokken op overmatige slijtage, de schijfremmen op slingering en slijtage en de remklauwen op vloeistoflekkage.
Zie de website van HYUNDAI voor meer informatie over het controleren van de remblokken en remvoeringen.
Bevestigingsbouten wielophanging Controleer of de bouten van de wielophanging goed vastzitten en niet beschadigd zijn. Draai ze met het voorgeschreven aanhaalmoment vast.
Stuurhuis, stuurstangen en stofhoezen/ onderste fuseekogel Breng de auto tot stilstand, zet de motor uit en controleer op overmatige speling in het stuurwiel.
Controleer de stuurstangen op knikken of beschadigingen.
Controleer de stofhoezen en fuseekogel op veroudering, scheurtjes of beschadigingen.
Vervang beschadigde onderdelen.
Aandrijfassen en aandrijfashoezen Controleer de aandrijfassen, - hoezen en klemmen op scheurtjes, veroudering of beschadigingen.
Vervang beschadigde onderdelen en breng indien nodig nieuw vet aan.
Koudemiddel airconditioning/ aircocompressor Controleer de leidingen en aansluitingen van de airconditioning op lekkage en beschadigingen.
WAARSCHUWINGHet uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden aan een auto kan gevaarlijk zijn. Als u niet over voldoende kennis en ervaring of over het juiste gereedschap beschikt, adviseren w ...
...
Infiniti Q30 (H15) Instructieboekje (2016-2019). Voorruitontdooierschakelaar (indien aanwezig)
De voorruitontdooierschakelaar (ontwasemschakelaar) A werkt wanneer de
contactschakelaar in de ON-stand staat.
U kunt deze functie gebruiken om
de voorruit te ontdooien of de binnenkant van d ...
Hyundai i30 Instructieboekje (2016-2024). Schuifdak resetten
Het schuifdak moet in de volgende
gevallen worden gereset:
De accu is ontladen of de
accukabels zijn losgenomen
geweest, of de schuifdakzekering
is vervangen of verwijderd
De bedienin ...