Instructieboekje aandachtig

Hyundai i30 Instructieboekje (2016-2024): Werking systeem

Ventilatie

1. Zet de luchtcirculatietoets in stand.

2. Schakel de stand BUITENLUCHT in met de luchttoevoertoets.

3. Stel de temperatuur in op de gewenste waarde.

4. Zet de aanjager op de gewenste snelheid.

Verwarmen

1. Zet de luchtcirculatietoets in stand.

2. Schakel de stand BUITENLUCHT in met de luchttoevoertoets.

3. Stel de temperatuur in op de gewenste waarde.

4. Zet de aanjager op de gewenste snelheid.

5. Als u de uitstromende lucht gedroogd wil hebben, kunt u het airconditioningssysteem aanzetten (indien van toepassing).

Schakel de stand of in wanneer de voorruit beslaat.

Tips voor het gebruik

  • Om te voorkomen dat stof of onaangename geuren in het interieur van de auto terechtkomen, kan de schakelaar voor de luchttoevoer tijdelijk in de stand RECIRCULATIE worden gezet.

    Selecteer de stand BUITENLUCHT weer zodra de bron van irritatie gepasseerd is om weer frisse lucht toe te laten tot het interieur. Frisse lucht is beter voor de fysieke gesteldheid van de bestuurder en bovendien aangenamer.

  • Voorkom dat de voorruit beslaat door de stand BUITENLUCHT te selecteren, de aanjager in de gewenste stand te zetten, de airconditioning in te schakelen en de gewenste temperatuur in te stellen.

Airconditioning

HYUNDAI airconditioningssystemen zijn gevuld met koudemiddel R-134a of R-1234yf.

1. Start de motor. Druk op toets A/C.

2. Zet de luchtcirculatieknop in stand .

3. Schakel de stand BUITENLUCHT of RECIRCULATIE in met de toets luchttoevoer.

4. Stel de aanjagersnelheid en de temperatuur bij om een maximaal comfort te bereiken.

Informatie

Het aircosysteem in uw auto is gevuld met koudemiddel R-134a of R-1234yf, in overeenstemming met de wetgeving in uw land ten tijde van de productie.

Op het label aan de binnenzijde van de motorkap staat welk type koudemiddel wordt gebruikt voor de airconditioning in uw auto.

Raadpleeg hoofdstuk 8 voor de locatie van het koudemiddellabel.

AANWIJZING

  • Onderhoud aan de airconditioning dient alleen te worden uitgevoerd door geautoriseerd personeel om een juiste en veilige werking te garanderen.
  • Onderhoud aan het koudemiddelsysteem dient te worden uitgevoerd in een goedgeventileerde omgeving.
  • De verdamper van de airconditioning (koelspiraal) mag nooit worden gerepareerd of worden vervangen door een gebruikt exemplaar en nieuwe vervangende MAC-verdampers moeten conform SAE-norm J2842 zijn gekeurd en gemerkt.

AANWIJZING

  • Houd de temperatuurmeter nauwlettend in de gaten wanneer de airconditioning wordt gebruikt als u lange hellingen oprijdt of als u in druk verkeer rijdt bij hoge buitentemperaturen. Door het gebruik van het airconditioningssysteem kan de motor oververhit raken. Blijf de aanjager gebruiken en schakel het airconditioningssysteem uit wanneer de temperatuurmeter aangeeft dat de motor oververhit raakt.
  • Bij het openen van de ruiten bij vochtig weer kan de airconditioning druppelvorming in het interieur veroorzaken.

    Omdat te veel vocht in het interieur schade aan elektrische componenten kan veroorzaken, mag de airconditioning alleen worden gebruikt als de ruiten gesloten zijn.

Aanwijzingen voor gebruik airconditioning

  • Open de ruiten een tijdje wanneer de auto tijdens warm weer in de volle zon geparkeerd is geweest, zodat de warme lucht naar buiten kan.
  • Nadat het interieur voldoende is gekoeld, schakelt u vanuit de stand RECIRCULATIE terug naar de stand BUITENLUCHT.
  • Om het beslaan van de ruiten tijdens regenachtige of vochtige dagen te verminderen, kunt u de vochtigheidsgraad in het interieur terugbrengen door de airconditioning in te schakelen terwijl de ruiten en het schuifdak gesloten zijn.
  • Schakel de airconditioning iedere maand enkele minuten in om het systeem in een optimale staat te houden.
  • Als u de airconditioning overmatig gebruikt, kan door het temperatuurverschil tussen de buitenlucht en de voorruit de voorruit plotseling beslaan, waardoor het zicht wegvalt. Zet in dat geval de luchtcirculatietoets in de stand ( ) en de aanjagerknop op de laagste stand.

    Aanjagerknop

    Draai de knop naar rechts om de aanjagersnelheid en de luchtstroom te verhogen. Draai de knop naar links om de aanjagersnelheid en de luchtstroom te verlagen. Zet de aanjagerknop in stand 0 ...

    Onderhoud van het systeem

    ...

    Zie ook:

    Škoda Rapid (NH) Instructieboekje (2012-2019). Veilig vervoer van kinderen en de zij-airbag
    Afb. 25 Een niet goed vastgezet kind in een niet-correcte zithouding - in gevaar gebracht door de zij-airbag / het met een kinderzitje wel goed vastgezette kind Kinderen mogen zich nooit in ...

    Škoda Rapid (NH) Instructieboekje (2012-2019). Infotainment in-/uitschakelen
    Voor het in-/uitschakelen van het infotainment op drukken. Automatisch inschakelen van het infotainment ndien het infotainment voor het uitschakelen van het contact niet met ü is uitgeschakeld ...

    Instructieboekje