U kunt deze functie gebruiken om ervoor te zorgen dat de koplampen automatisch overschakelen tussen dimlicht en grootlicht. Het systeem herkent voertuigen waarvan de lichten aan staan, hetzij tegenliggers, hetzij voorliggers, en schakelt vervolgens de koplampen van grootlicht naar dimlicht.
Het systeem past de lichtbreedte van de lichtbundel van de dimlichten automatisch aan afhankelijkvandeafstand tot het andere voertuig.
Zodra het systeem geen ander voertuig meer waarneemt, wordt er weer overgeschakeld op grootlicht.
De optische sensor van het systeem zit achter de voorruit bij het bedieningspaneel tegen het plafond.
WAARSCHUWING De grootlichtassistent zal andere weggebruikers niet waarnemen:
In zeer zeldzame gevallen herkent de grootlichtassistent weggebruikers te laat of helemaal niet. In dergelijke of vergelijkbare situaties worden de grootlichten niet uitgezet, of toch aangezet. Er bestaat een kans op een ongeval. Let altijd goed op de verkeersomstandigheden en zet de grootlichten op tijd uit.
LET OP De grootlichtassistent kan geen rekening houden met weg-, weers- of verkeersomstandigheden. De grootlichtassistent is alleen een hulpmiddel. U bent er verantwoordelijkvoor om de verlichting van uwauto in te stellen in overeenstemming met de heersende lichtsterkte, zichtbaarheid en verkeersomstandigheden.
Waarneming van obstakels kan vooral belemmerd worden bij:
Grootlichtassistent aan-/uitzetten
Aanzetten: Zet de lichtschakelaar op <AUTO> en druk de gecombineerde schakelaar voorbij het drukpunt in de richting van de j3 -pijl. Het -controlelampje op het voertuiginformatiedisplay gaat branden als het donker is en de lichtsensor de dimlichten aanzet.
Als u harder rijdt dan ongeveer 45 km/u wordt de lichtbreedte van de koplampen automatisch ingesteld afhankelijk van de afstand tot andere weggebruikers.
Als u harder rijdt dan ongeveer 55 km/u en er geen andere weggebruikers worden waargenomen, worden de grootlichten automatisch aangezet.
Het -controlelampje op het dashboard gaat ook branden.
Als u minder hard rijdt dan ongeveer 45 km/u of als er andere weggebruikers worden waargenomen, of als de weg voldoende verlicht wordt, worden de grootlichten automatisch uitgezet.
Het -controlelampje op het dashboard gaat dan uit. Het -controlelampje op het voertuiginformatiedisplay blijft branden.
Uitzetten: Zet de gecombineerde schakelaar weer in de normale stand. Het -controlelampje op het voertuiginformatiedisplay gaat uit.
Koplampen beslagen aan de binnenkant
Onder bepaalde klimatologische en milieutechnische omstandigheden kan een koplamp aan de binnenkant beslaan. Dit vocht heeft geen gevolgen voor de werking van de koplamp.
Het adaptief koplampsysteem is een systeem dat de koplampen automatisch afstelt op basis van de rij- en weersomstandigheden. Het adaptief koplampsysteem zorgt voor een betere verlichting van het w ...
Mistvoorlampen Bij slecht zich door mist, sneeuw of regen zorgen de mistlampen voor beter zicht en maken uw auto tevensbeter zichtbaar voor andere weggebruikers. De mistlampen kunnen samen met ...
Infiniti Q30 (H15) Instructieboekje (2016-2019). USB-geheugenapparaat
Een USB-geheugenapparaat aansluiten
WAARSCHUWING Het USB-apparaat niet aansluiten, loskoppelen of
gebruiken tijdenshet
rijden. Dit zouuvanhet rijden kunnen afleiden. In geval van afleiding kunt u ...
Chevrolet Volt Instructieboekje (2011-2019). Stoelverstelling
Posities van stoelen
GEVAARLIJK Blijf met uw lichaam op een minimale afstand van 25 cm ten opzichte van het stuurwiel, zodat de airbag veilig kan opblazen.
Instellen van de stoelpositie:
Trek ...