Infiniti Q30 (H15) Instructieboekje (2016-2019): Automatische klimaatregeling (gescheiden)
- Regelt de temperatuur, links
- Zet klimaatregeling op automatische stand
- Ontwasemt de voorruit
- Verhoogt de luchtstroom
- Regelt de luchtverdeling
- Display
- Zet luchtrecirculatie aan/uit
- Zet klimaatregeling aan/uit
- Regelt de temperatuur, rechts
- Zet restwarmtefunctie aan/uit
- Zet koelen met luchtontvochtiging aan/uit
- Vermindert de luchtstroom
- Zet achterruitverwarming aan/uit
- Zet de gescheiden temperatuurregeling aan/uit
Bedieningswenken
Hieronder volgen een aantal tips en aanbevelingen om u in staat te stellen het maximale uit uw automatische klimaatregeling te halen:
- Zet klimaatregeling aan met de
-knop
en de 
-knop. De controlelampjes in de
-knop en de 
-knop
gaan branden. - Zet de temperatuur op 22o C
- Gebruik de "Voorruitontwaseming"-functie kort totdat de voorruit weer helder is.
- Gebruik de luchtrecirculatie alleen even als er bijvoorbeeld ongewenste geuren de auto binnenkomen of wanneer u in een tunnel rijdt. De ramen zouden anders kunnen beslaan omdat er bij luchtrecirculatie geen frisse lucht in de auto gelaten wordt
- Gebruik de m-functie om de temperatuurinstelling voor de bestuurderszijde ook toe te passen aan de voorpassagierszijde. Het controlelampje in dem-knop gaat uit.
- Gebruik de restwarmtefunctie als u het interieur van de auto wilt verwarmen of ventileren wanneer het contact uit staat. De restwarmtefunctie kan alleen geactiveerd of uitgeschakeld worden als het contact uit staat.
- Als u de instellingen van de klimaatregeling wijzigt, verschijnt de statusweergave van de klimaatregeling ongeveer drie seconden onderaan het scherm op het middendisplay (zie aparte bedieningsaanwijzingen). U ziet de huidige instellingen van de verschillende klimaatregelingsfuncties.
ECO Stop/Start-systeem
Als de motor automatisch wordt uitgezet, werkt de klimaatregeling slechts met beperkt vermogen.
Alsudan volledig vermogen vandeklimaatregeling wil, kunt u de Stop/Start-functie uitschakelen door op de ECO-knop te drukken (zie "ECOStop/Start-systeem (indien aanwezig)" in hoofdstuk "5. Starten en rijden").
Automatische klimaatregeling aan-/uitzetten
Als de klimaatregeling wordt uitgezet, worden de luchttoevoer en luchtrecirculatie ook uitgezet.
Anders zouden de ramen kunnen beslaan.
Zet de klimaatregeling daarom maar kort uit.
Zorg dat de contactschakelaar in de stand ON staat.
Aanzetten: Druk op de
-knop. Het controlelampje in de
-knopgaat branden. Luchtstroom en luchtverdeling
worden in de automatische modusgezet.
of
Druk op de 
-knop. Het controlelampje in de
-knopgaat uit. De voorgaande instellingen
worden opnieuw geactiveerd.
Uitzetten: Druk op de
-knop. Het controlelampje in de
-knop gaat branden.
OPMERKING Automatische klimaatregeling: zet deklimaatregeling hoofdzakelijk aan met de-knop.
Koeling met luchtontvochtigingsfunctie aan-/uitzetten
Als u de "Koelen met luchtontvochtiging"-functie uitzet wordt de lucht in de auto niet gekoeld.
De lucht in de auto wordt ook niet ontvochtigd.
De ramen zouden dan sneller kunnen beslaan.
Zet de "Koelen met luchtontvochtiging"-functie daarom alleen maar kort uit.
De "Koelen met luchtontvochtiging"-functie is alleen beschikbaar als de motor aan staat. De lucht in de auto wordt gekoeld en ontvochtigd op basis van de geselecteerde temperatuur.
Condens kan als de koeling aan staat van de onderkant vandeauto druppelen. Dit is normaal en wijst niet op een storing.
Aanzetten: Druk op de
-knop.
Het controlelampje in de 
-knop gaat branden.
Uitzetten: Drukopde
-knop. Het controlelampje in de
-knop gaat uit. De "Koelen met
luchtontvochtiging"- functie heeft een uitschakelvertragingsfunctie.
Problemenmet de "Koelen met luchtontvochtiging"-functie:
Probleem: Het controlelampje in de 
-knop
knippert driemaal of blijft uit. De koeling met luchtontvochtiging kan niet
ingeschakeld worden.
Oorzaak en oplossing: De functie voor koeling met luchtontvochtiging is uitgeschakeld door een storing. Ga bij een INFINITI-centrum of een erkend garagebedrijf langs.
Automatische klimaatregeling op de automatische stand zetten
Alleen bij automatische klimaatregeling werkt de "Automatisch regelen van klimaat"-functie.
In de automatische stand wordt de ingestelde temperatuur automatisch aangehouden op een constant niveau. Het systeem regelt automatisch de temperatuur van de lucht die de auto ingeblazen wordt, alsmede de luchtstroom en de luchtverdeling.
De automatische stand werkt optimaal als de "Koelen met luchtontvochtiging"-functie geactiveerd is. Als u wilt, kan koeling met luchtontvochtiging ook uitgeschakeld worden.
Als u de "Koelen met luchtontvochtiging"-functie uitzet wordt de lucht in de auto niet gekoeld.
De lucht in de auto wordt ook niet ontvochtigd.
De ramen zouden dan sneller kunnen beslaan.
Zet de "Koelen met luchtontvochtiging"-functie daarom alleen maar kort uit.
Klimaatregeling op de automatische stand zetten: Zorg dat de contactschakelaar in de stand ON staat.
Stel de gewenste temperatuur in.
Aanzetten: druk op de
-knop.
Het controlelampje in de 
-knop gaat branden.
Automatische luchtverdeling en luchtstroomregeling zijn nu ingeschakeld.
Om over te schakelen op de handmatige stand: druk op de
-knop of de 
-knop
of
Druk op de 
-knop of de
-knop. Het controlelampje in dem-knop gaat
uit. Automatische luchtverdeling en luchtstroomregeling zijn nu
uitgeschakeld.
De temperatuur instellen
Er kunnen verschillende temperaturen ingesteld worden voor de bestuurderszijde en de voorpassagierszijde.
De ingestelde temperatuur wordt automatisch aangehouden.
Zorg dat de contactschakelaar in de stand ON staat.
Om de temperatuur te verhogen of verlagen: draai de regelknop 1 of 9 linksom of rechtsom. Verander de temperatuurinstelling alleen in kleine stapjes. Begin bij 22o C.
Luchtverdeling instellen
Stuurt luchtstroom door de
ontwasemroosters.
Stuurt luchtstroom door de
midden- en zijroosters.
Stuurt luchtstroom
door de ventilatieroosters in de voetenruimte.
Stuurt luchtstroom door de midden- en
zijroosters, en ook door de ventilatieroosters in de voetenruimte.
Stuurt luchtstroom door de midden- en zijroosters, en ook door de
ontwasemroosters.
Stuurt luchtstroom door de ventilatieroosters in de voetenruimte en door
de ontwasemroosters.
Stuurt luchtstroom door de ontwasemroosters, de midden- en zijroosters en
ook door de ventilatieroosters in de voetenruimte.
OPMERKING De luchtstroom wordt, ongeacht de luchtverdelingsinstelling, altijd door de zijroosters geleid. De zijroosters kunnen alleen gesloten worden als de verstelknoppen rechtsom zijn gedraaid totdat ze vastklikken.
Luchtverdeling instellen:
- Zorg dat de motor draait.
- Druk de
-knop of de
-knop
herhaaldelijk in totdat het gewenste symbool op het display
verschijnt.
Luchtstroom regelen
- Zorg dat de contactschakelaar in de stand ON staat.
- Om de luchtstroom te verhogen of verlagen: druk op de
-knop
of de
-knop.
Gescheiden temperatuurregeling aan/uit
Deze functie is alleen beschikbaar bij automatische klimaatregeling.
Aanzetten: druk op de
-knop.
Het controlelampje in de
-knop
gaat branden. De temperatuurinstelling voor de bestuurderszijde wordt niet
toegepast aan de voorpassagierszijde.
Uitzetten: druk op de
-knop.
Het controlelampje in de
-knop
gaat uit. De temperatuurinstelling voor de bestuurderszijde wordt ook
toegepast aan de voorpassagierszijde.
De voorruit ontwasemen
U kunt deze functie gebruiken om de voorruit te ontdooien of de binnenkant van de voorruit en zijramen te ontwasemen.
OPMERKING Gebruik de "Voorruitontwaseming"-functie slechts totdat de voorruit weer schoon is.
"Voorruitontwaseming"-functie aanzetten: Zorg dat de contactschakelaar in de stand ON staat.
Aanzetten: druk op de
-knop.
Het controlelampje in de
-knop gaat branden.
De klimaatregeling schakelt over op de volgende functies:
- Hoge luchtstroom
- Hoge temperatuur
- Luchtverdeling naar voorruit en zijramen voorin
- Luchtrecirculatie uit
OPMERKING
- De "Voorruitontwaseming"-functie stelt
de aanjager
automatisch zodanig in dat optimale ontwasemingsresultaten worden verkregen. Daardoor kan de luchtstroom automatisch toenemen of afnemen na het indrukken van de
-knop. - Ukunt de aanjager ook handmatig
instellen terwijl de
"Voorruitontwaseming" werkt. Druk op de
-knop
of de
-knop.
"Voorruitontwaseming"-functie uitzetten:
Drukopde
-knop.
Het controlelampje in de
-knopgaat
uit. De voorgaande instellingen worden weer toegepast. Luchtrecirculatie
blijft uitstaan.
of
Draai de temperatuurregelknop 1 of 9 linksom of rechtsom.
Beslagen ramen ontwasemen
Ramen die aan de binnenkant zijn beslagen:
- Zet de
"Koelen met luchtontvochtiging"- functie aan. - Automatische stand activeren
. - Zet als de ramen nog steeds beslaan de
"Voorruitontwaseming"-functie aan.
OPMERKING Selecteer deze instelling alleen totdat de voorruit weer helder is.
Ramen die aan de buitenkant zijn beslagen:
- Zet de ruitenwissers aan.
- Zet de luchtverdeling op
of
.
OPMERKING Selecteer deze instelling alleen totdat de ramen weer helder zijn.
Luchtrecirculatie
U kunt de invoer van frisse lucht uitschakelen als er onprettige geuren van buiten komen. De reeds aanwezige lucht zal dan in de auto gerecirculeerd worden.
Alsu luchtrecirculatie aanzet, beslaan de ramen wellicht sneller, vooral bij lage temperaturen.
Gebruik de luchtrecirculatie daarom altijd maar kort om te voorkomen dat de ramen beslaan.
Luchtrecirculatie aanzetten: Zorg dat de contactschakelaar in de stand ON staat.
Druk op de
-knop.
Het controlelampje in de
-knop
gaat branden.
Luchtrecirculatie wordt automatisch geactiveerd bij hoge
buitentemperaturen of een hoge mate van verontreiniging. Als de
luchtrecirculatie automatisch wordt geactiveerd, brandthet controlelampje
in de
-knop
niet.
Buitenlucht wordt na ongeveer 30 minuten toegevoegd.
Luchtrecirculatie uitzetten: Drukopde
-knop.
Het controlelampje in de
-knop
gaat uit.
OPMERKING Luchtrecirculatie wordt automatisch uitgezet:
- Na ongeveer vijf minuten bij een buitentemperatuur onder ongeveer 7oC.
- Na ongeveer vijf minuten alsde "Koelen met luchtontvochtiging"- functie is uitgeschakeld.
- Na ongeveer 30 minuten bij een buitentemperatuur boven ongeveer 7oC als de koeling met luchtontvochtiging aan staat.
Restwarmtefunctie
U kunt gebruik maken van de restwarmte van de motor om de auto te blijven verwarmen gedurende ongeveer 30 minuten nadat de motor is afgezet. De verwarmingstijd hangt af van de ingestelde interieurtemperatuur.
OPMERKING
- De aanjager zal op lage snelheid werken, ongeacht de luchtstroominstelling.
- Als u de restwarmtefunctie bij hoge temperaturen aanzet, wordt alleen de ventilatie geactiveerd. De aanjager draait dan opmiddelmatige snelheid.
- De ventilatiekan niet gebruikt worden om het interieur vande auto te koelen tot een temperatuur die lager is dan de buitentemperatuur.
- De contactschakelaar moet in de OFF-stand staan als u de restwarmtefunctie aan- of uitzet
Aanzetten: Druk op de
-knop.
Het controlelampje in de
-knop
gaat branden.
Uitzetten: Drukopde
-knop.
Het controlelampje in de
-knop
gaat uit.
OPMERKING Restwarmte wordt automatisch uitgeschakeld:
- Na ongeveer 30 minuten.
- Als het contact wordt aangezet.
- Als de accuspanning daalt.
- Als de extra verwarming wordt aangezet.
Airconditioningssysteem
Regelt de temperatuur Ontdooit/ontwasemt de voorruit Regelt de luchtverdeling Zet luchtrecirculatie aan/uit Regelt de luchtstroom Zet koelen met luchtontvochtiging aan/uit Zet achte ...
Onderhoud van airconditioningsysteem
WAARSCHUWING Het airconditioningsysteem bevat koelmiddel onder hogedruk.Voorkomlichamelijk letsel door onderhoud aan de airconditioning altijd door een ervaren monteur te laten uitvoeren die over het ...
Zie ook:
Hyundai i30 Instructieboekje (2016-2024). Vergrendelen
Vergrendelen :
1. Sluit alle portieren, de motorkap
en de achterklep.
2. Druk op de vergrendeltoets voor
de portieren (1) op de afstandsbediening.
3. De portieren worden vergrendeld.
De al ...
Hyundai i30 Instructieboekje (2016-2024). Hill-start Assist Control (HAC)
(indien van toepassing)
De Hill-start Assist Control (HAC)
voorkomt dat de auto achteruit rolt bij
het wegrijden op een helling. Het
systeem activeert automatisch de
remmen gedurende ongeveer 2
seconden en laat na die 2 ...
Instructieboekje
