Infiniti Q30 (H15) Instructieboekje (2016-2019): Verwarming en airconditioning

WAARSCHUWING

• De verwarming en de airconditioning werken alleen als de motor draait.
• Laat kinderen en hulpbehoevende volwassenen nooit alleen in de auto achter. Laat ook geen huisdieren onbewaakt achter. Zij kunnen per ongeluk schakelaars of bedieningen activeren en zo anderen of zichzelf ernstig letsel toebrengen. Bij warm en zonnig weer kande temperatuur in een afgesloten voertuig al snel zo hoog oplopen dat mensen of huisdieren ernstig of zelfs dodelijk letsel kunnen oplopen.
• Gebruik de recirculatiemodus niet gedurende langere tijd. De lucht in het interieur kandan muf worden en de ramen kunnen beslaan.
• Gebruik de bediening voor de verwarming en airconditioning niet terwijl u rijdt, zodat uw aandacht niet wordt afgeleid van het verkeer.

De verwarming en de airconditioning werken terwijl de motor draait. De aanjager werkt ook als de motor uitstaat en de contactschakelaar in de ON-stand staat.

OPMERKING

• Bij ingeschakelde airconditioning (indien aanwezig) vindt condensvorming plaats in het systeem en het daaruit voortvloeiende condenswater wordt veilig afgevoerd onder de auto. Het is dus normaal als u plasjes water terugvindt onder het voertuig.
• Luchtjes vanbinnen en buiten het voertuig kunnen zich ophopen in de airconditionereenheid. Deze luchtjes kunnen vervolgens het interieur binnendringen via de ventilatieroosters. Gebruik tijdenshet parkeren de bedieningen van verwarming en airconditioning om de luchtrecirculatiemodus uit te zetten zodat er frisse lucht het interieur binnenstroomt. Op deze manier vermindert u de luchtjes in het voertuig.

Houd u aan de aanbevolen instellingen die op de volgende pagina’s beschreven worden. Anders zouden de ramen kunnen beslaan. Om te voorkomen dat ramen beslaan

• Klimaatregeling even uitzetten.
• Luchtrecirculatie even uitzetten.
• Koeling met luchtontvochtigingsfunctie aanzetten.
• Voorruitontwaseming kort aanzetten als dat nodig is.

De airconditioning/automatische klimaatregeling regelt de temperatuur en het vochtigheidsniveau in het interieur van de auto en filtert ongewenste stoffen uit de lucht.

De airconditioning/automatische klimaatregeling kanalleen gebruikt worden als de motor aan staat. Optimale werking is alleen mogelijk als de zijramen dicht zijn.

De restwarmtefunctie kan alleen geactiveerd of uitgeschakeld worden als het contact uit staat (zie "Restwarmtefunctie" verderop in dit hoofdstuk).

Zorg altijd dat de ventilatiekleppen achter het zijpaneel onbelemmerd zijn. Anders kandeauto niet goed geventileerd worden.

OPMERKING

• Ventileer de auto kort bij warm weer, bijv. met de comfortfunctie voor het openen (zie "Comfortfunctie voor het openen" in hoofdstuk "2. Instrumenten en bedieningen"). Hierdoor wordt het koelproces versneld en wordt de gewenste temperatuur in de auto sneller bereikt.
• Het geïntegreerde filter filtert demeeste stofdeeltjes en roetdeeltjes en alle pollen uit de lucht. Bij automatische klimaatregelingworden verontreinigende gassen en geuren ook verminderd. Als een filter verstopt is, wordt er minder lucht het interieur van de auto ingeblazen. Daarom moet u zich altijd houden aan het interval voor vervanging van het filter zoals aangegeven in het Onderhoudsboekje. Aangezien dit afhankelijk is vanomgevingsomstandigheden, zoals zware luchtverontreiniging, kan dit interval korter zijn dan aangegeven in het Onderhoudsboekje.
• Onder bepaalde omstandigheden kan de restwarmtefunctie één uur nadat de sleutel is verwijderd automatisch geactiveerd worden om de automatische klimaatregeling te drogen. De autowordt dan 30 minuten geventileerd.

• Airconditioningssysteem
• Automatische klimaatregeling (gescheiden)
• Onderhoud van airconditioningsysteem